- 6 - De heer SPRENKELS deelt mede dat hij gevraagd had de punten a. tot en met f. te vertalen naar gemeentelijk beleid en daarover een inhoudelijke discussie te voeren. Op deze wijze kan een duidelijk inzicht worden verkregen omtrent hetgeen door de gemeente zelf kan worden gedaan, wat de wensen zijn van de raad en wat de financiële consequenties zijn. De heer VISSENBERG is van mening dat bij nieuwe taken gemeen ten moeten kunnen besluiten niet deel te nemen ook al neemt een meerderheid van de overige gemeenten daaraan wel deel De heer VERGOUWEN is blij met de toegezegde inventarisatie. Wel vraagt hij op korte termijn een planning aan de raad voor te leggen. De heer ERMEN is van mening dat een inhoudelijke discussie betreffende de af te nemen diensten voorafgaande aan de gewestelijke besluitvorming moet plaatsvinden. Hij is be nieuwd naar het standpunt van de andere fracties ten aanzien van het toevoegen van een paragraaf inzake de regionale belangenbehartiging. Verder is hij van mening dat de raad ten aanzien van alle beleidsterreinen via een noodzakelijkheids discussie met betrekking tot intergemeentelijke samenwerking moet kunnen bepalen of samenwerking met andere gemeenten wenselijk danwel noodzakelijk is, welke schaalgrootte het meest aangewezen is en wat hiervan de kosten en baten zijn. Hij verwijst hierbij naar de gang van zaken bij de GGD. Ook hier is eerst de vraag betreffende de noodzakelijkheid van deze dienst aan de orde. Het gaat om een cultuuromslag waar bij het primaat bij de raad komt te liggen. De heer MARIJNISSEN wijst erop dat er sprake is van een bestaand samenwerkingsverband binnen het Streekgewest en dat in dit kader afspraken zijn gemaakt. Het is nu niet mogelijk de discussie te voeren alsof er geen gemeenschappelijke regeling zou zijn. Die gemeenschappelijke regeling is er wel degelijk en bovendien liggen de verhoudingen voor een groot deel vastHet is nu te laat om de beleidspunten genoemd onder de punten a. tot en met f. nog diepgaand te bediscus siëren om te bezien wat het standpunt van de raad is. Het is in veel gevallen niet belangrijk wat onze raad wil omdat veel zaken al vastliggen. Het is wel belangrijk om in het overleg binnen het Streekgewest de stem van de gemeente Rucphen te laten horen en te proberen om andere gemeenten op onze hand te krijgen. Het doel is een afgeslankt Streekgewest met een juiste prijs-prestatieverhoudingHet kan echter wel een goede zaak zijn om voor wat betreft gemeentelijke samenwer king ook buiten de grenzen van het Streekgewest te kijken. De VOORZITTER is van mening dat voorkomen moet worden dat teveel energie wordt gestoken in zaken waarin de gemeente Rucphen al een standpunt heeft ingenomen of waarvan de uit komst al vastligt. Onder de punten a. tot en met f. is al nadrukkelijk aangegeven wat het standpunt van de gemeente Rucphen is. In de toekomst zullen wij betalen voor de basis voorziening en verder voor de producten die worden afgenomen.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1998 | | pagina 16