- 3 - 8. Intergemeentelijke Voorstel over de vormgeving van de intergemeentelijke samenwerking na samenwerking, na de gemeentelijke herindeling herindeling De heer MARIJNISSEN is van mening dat het voorstel van het dagelijks bestuur van het Streekgewest niet ver genoeg gaat. Hij is van mening dat Rucphen echter aan de discussie moet blijven deelnemen. Daarnaast dient zeer duidelijk gelet te worden op zaken als prijs en kwaliteit. De heer ERMEN gaat in op de uitgangspunten voor intergemeen telijke samenwerking. Deze zijn: efficiency, afstemming van bovenlokale vraagstukken, onderlinge informatie-uitwisseling en het behartigen van gemeenschappelijke belangen. Het gaat er dus om dat onze gemeente zoveel mogelijk zelfstandig haar taken uitvoert. Taken die te duur of te omvangrijk zijn, dienen in samenwerking met andere gemeenten te worden uitge voerd. Zijn fractie is tegen de wijze waarop het Streekge west, in feite als "vierde bestuurslaag," functioneert. Verder gaat hij puntsgewijs in op het voorstel: 1. de samenwerking op sociaal-economisch terrein, met als schaal West-Brabant, is van fundamenteel belang voor de economische ontwikkeling en de werkgelegenheid binnen de regio. Het is dan ook de vraag of de huidige vorm van samenwerking de meest passende is op dat terrein. Het valt te verwachten dat op sociaal-economisch terrein nadere voorstellen met betrekking tot de meest effectieve vorm van samenwerking zullen volgen; 2. samenwerking met andere gemeenten moet flexibeler worden georganiseerd en hierbij mag geen sprake zijn van vrij blijvendheid. Meerjarenafspraken zijn derhalve noodzake lijk; 3het primaat dient te liggen bij de gemeenten en het sys teem van overgedragen taken dient te worden losgelaten; 4de vorming van een klein en slagvaardig regiobestuur is noodzakelijk en dit bestuur dient zich te beperken tot het beheren van diensten en het vervullen van de werkgevers- rol 5. in de doelomschrijving dient een paragraaf opgenomen te worden betreffende het behartigen van de gemeenschappelij ke belangen van de regio West-Brabant. Dit betekent niet het weer optuigen van het Streekgewest maar meer het behartigen van gemeenschappelijke belangen op bepaalde beleidsterreinen in relatie tot provincie, rijk en Europe se gemeenschap; 6omtrent de gewenste kwaliteit wordt alleen ingegaan op organisatievarianten alsmede de bijbehorende kosten. Dat is geen juiste weergave van het begrip "kwaliteit". Bij afname van diensten en producten dient het te gaan om een optimale verhouding tussen prijs, kwaliteit en levertijd. Voor elke dienst en voor elk product dienen de criteria apart te worden geformuleerd door de samenwerkende gemeen ten; 7. echte bezuinigingen zijn niet te behalen via de organisa tievorm maar vooral bij de diensten en bij de producten. Een voorkeur voor een van de aangegeven varianten is dan ook niet te geven;

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1998 | | pagina 13