- 20 - Met uw voorstel, om het beleid niet jaarlijks te wijzigen en het niet verder te beperken om zo de bedrijfsvoering van de in de Rucphense bossen gelegen recreatiebedrijven niet in gevaar te brengen, kunnen wij instemmen. Wel vragen wij u of u bereid bent dit jaarlijks te evalueren en de evaluatie ter kennis van de betreffende commissie of raad te brengen. Al een geruime tijd vindt in de Tweede Kamer een discussie plaats over een wijziging van de Wet op de Kansspelen. Het gaat om de vraag of er in een laagdrempelige inrichting (m.n. cafetaria's) wel of geen kansspelautomaat aanwezig mag zijn. In onze schriftelijke reactie op de begroting 1998 hebben wij onze waardering uitgesproken voor de wijze waarop het brand weerkorps het soms te vele werk met een grote mate van plichtsgetrouwheid heeft uitgevoerd. Dit was tevens voor onze fractie aanleiding om zaken, die betrekking hebben op de brandweer, nog kritischer te bekijken. Mede daarom hebben wij u gevraagd de ademluchttoestellen begin 1998 aan te schaffen. Dit ongeacht een eventueel financieel voordeel dat er door gezamenlijke inkoop zou kunnen worden behaald. Onze partij heeft middels het verkiezingsprogramma 1994-1998 al te kennen gegeven voorstander te zijn van een bepaalde vorm van centralisatie van de brandweer, waarbij de veilig heid van de burger voorop staat. De werkgroep dient niet alleen een gezamenlijk gebruik van de voorzieningen te onder zoeken maar ook het gezamenlijk gebruik van mankracht. De zelfstandigheid van de betreffende korpsen, bekeken in het licht van de veiligheid van de burger, is voor ons bij dit onderzoek van ondergeschikt belang. Indien uit het onderzoek zou blijken dat een gecombineerde huisvesting niet haalbaar is dan willen wij met klem benadrukken dat de huidige huis vesting in St.Willebrord, gezien onze eerdere geuite bezwa ren, niet kan worden gehandhaafd. U geeft in uw beantwoording aan dat de grondonderhandelingen met betrekking tot het binnenterrein aan de Marijkestraat in een beginstadium verkeren. Is onze conclusie juist dat de onderhandelingen gestopt zijn om eerst een duidelijker in zicht te krijgen in de financiële gevolgen van deze verplaat sing of liggen hier andere motieven aan ten grondslag? Er dient naar onze mening, hoe dan ook, een einde te komen aan deze gevaarlijke situatie. Ons advies derhalve is dan ook om spoed te zetten achter de onderhandelingen. Wij hebben wat betreft de visvijver in onze eerste termijn aangegeven blij te zijn met dit particuliere initiatief. Eindelijk is het zover en komt er een visvijver in de gemeen te Rucphen. Verder gaan wij akkoord met de beantwoording op de door onze partij gestelde vragen ten aanzien van dit onderwerp

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1997 | | pagina 92