- 9 - Wij achten het stellen van vragen aan uw college evenzeer een onmisbaar deel van de begrotingsbehandeling, juist vanwege het feit dat van de politieke partijen wordt verwacht dat zij de concrete (financiële) kaders voor 1998 vaststellen. Daar bij is ook van fundamenteel belang dat de juiste prioriteiten voor 1998 worden bepaald door de gemeenteraad. In de eerste termijn hebben wij aangegeven het door uw colle ge voorgestelde beleid te toetsen aan onze richtinggevende uitspraken. Uw beantwoording leidt voor ons tot de volgende opmerkingen: 1. De OZB stijgt met 81. Voor ons is dit geen probleem. 2. Een verlaging van het investeringsniveau is niet noodzake lijk gezien de hoogte van de OZB-tariefsverhoging. 3. Openbare aanbestedingen blijven een optie voor ons. Meer voudige onderhandse aanbesteding is een verbetering. Maar uit een oogpunt van mogelijke kostenbesparing is een herijking op enig moment van de aanbestedingsnota wense lijk. 4. Het is voor ons moeilijk te achterhalen of de uitgaven voor sociale vernieuwing inderdaad beperkt blijven tot het niveau van de rijksbijdrage. De post politie-surveillanten is "technisch" overgebracht naar hoofdfunctie 1. Dat neemt echter niet weg dat de kosten als zodanig moeten worden terugverdiend uit het fonds van de sociale vernieuwing. Wij willen graag alsnog van uw college weten of de uitga ven de rijksbijdrage niet overschrijden, met inbegrip van de kosten voor de politie-surveillanten. 5. Wij vertrouwen erop dat de middelen voor het onderwijs in de begroting zichtbaar blijven. 6. Uit uw antwoord kunnen wij nog niet duidelijk afleiden dat een deel van de onderwijsmiddelen wordt aangewend voor de gymaccommodatie van de Nieuwenberg. Graag nu een duidelijk antwoord 7. Wij zien met genoegen dat de doorgeschoven investeringen van 1997 inderdaad in 1998 worden gerealiseerd, zij het dat het soms gaat om andere bedragen. Daarop komen we terug bij de bespreking van het investeringsprogramma. Wij zijn blij dat ook de provincie positief staat ten aanzien van een onderzoek inzake een gezamenlijk bedrijventerrein. Inmiddels is ook gebleken dat er ruim 1500 inwoners van onze gemeente in Etten-Leur werkzaam zijn. Met uw college zijn wij van mening dat het verwerven van extra woningen een keiharde voorwaarde moet zijn en blijven om aan dit project mee te werken. Resteert ons uw college nog het volgende te vragen over deze kwestie: - wanneer start dit onderzoek? - wanneer zijn de eerste resultaten te verwachten? - wie betaalt de kosten van het onderzoek?

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1997 | | pagina 81