- 4 - Wethouder SCHIJVEN deelt mede dat de speeltoestellen niet zijn verwijderd vanwege slecht onderhoud maar vanwege het besluit Veiligheid Attracties en Speeltoestellen dat op 26 maart 1997 van kracht is geworden. Om aansprakelijkstel ling te voorkomen bij eventuele ongevallen dienden de betref fende speeltoestellen te worden weggehaald. Vanwege de hoge kosten dienen de toestellen fasegewijs te worden terugge plaatst. Het voorgestelde krediet is overigens niet alleen bedoeld voor het aanpassen van de ondergrond maar ook voor het aanpassen van speeltoestellen. Het college is graag bereid om op korte termijn te komen tot een herinrichting van de speelterreinen. Hiertoe is wel het bedrag benodigd van 37.000,Dit houdt verder in dat de realisatie van een JOP op zijn vroegst in 1998 kan plaatsvinden. De voorberei dingen hiertoe kunnen in 1997 wel doorgaan. Verder vraagt hij mandaat aan de raad om het genoemde bedrag van 37.000, aan te wenden voor de aanpassing van de speelgelegenheden zodat getracht kan worden de uitvoering voor de zomervakantie te doen plaatsvinden. De kredietvotering kan echter pas op zijn vroegst plaatsvinden in juni of augustus van dit jaar. De heer ERMEN merkt op dat het betreffende bedrag van 37.000,voor een deel is bedoeld voor de aanleg van een JOP. Door het aanwenden van dit bedrag voor speeltoestellen dient in 1998 al dan niet extra ruimte vrijgemaakt worden voor de JOP. Deze investering dient te worden afgewogen tegen andere investeringen. Hij is van mening dat de normale gang van zaken betreffende de kredietvotering gevolgd moet worden. De heer MARIJNISSEN zegt dat van het voorstel suggereert dat het krediet benodigd is voor de aanpassing van de speelgele genheden en niet voor de toestellen. De heer GABRIELS vraagt nogmaals om de speelgelegenheden zo snel mogelijk opnieuw in te richten onder meer ten behoeve van de kinderen van de minst draagkrachtigen die niet op vakantie kunnen gaan. De heer VAN MIERT vraagt ook om de speelgelegenheden zo snel mogelijk op te knappen. De heer SPRENKELS is ook van mening dat de speelgelegenheden zo snel mogelijk opgeknapt dienen te worden maar het onder houd dient ook beter geregeld te worden. De heer THIJSSE deelt mede geen antwoord te hebben gekregen op zijn vraag betreffende het vervangen van het gras door zand. Hij is van mening dat een extra krediet voor vervangin- ging van speeltoestellen via de reguliere weg plaats moet vinden. Wethouder SCHIJVEN verwijst naar de tekst van het raadsvoor stel, waarin duidelijk is aangegeven, dat het ook om aanpas sing van speeltoestellen gaat. Tijdens de commissievergade ring is duidelijk geworden dat een meerderheid van de frac ties pleit voor het zo snel mogelijk herinrichten van de speelgelegenheden. Hiervoor is een extra krediet benodigd. Het maakt hierbij begrotingstechnisch niet uit of de aanleg van de JOP doorgeschoven wordt naar 1998 of dat de herinrich ting van de speelgelegenheden pas in 1998 ten uitvoer wordt gebracht. Verder deelt hij mede dat het wettelijk verplicht is geworden om de grasondergrond te vervangen door zand. Indien het zand wordt vervuild dan zal het zand vervangen moeten worden.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1997 | | pagina 45