- 4 -
Het is al jaren gebruikelijk dat de uitgaven voor sociale
vernieuwing hoger zijn dan de rijksbijdrage in dit kader. Op
deze wijze is men verzekerd van het verkrijgen van de volle
dige rijksbijdrage. De geplande investeringen voor 1997 die
zijn doorgeschoven, zullen in 1998 voortgang vinden. De
kerntakendiscussie is geheel afhankelijk van de wensen van de
raad maar ook bij de begrotingsbehandeling kan de raad zijn
prioriteiten stellen.
De armoedenota zal pas worden behandeld indien daarover meer
duidelijkheid zal zijn verkregen omtrent de financiële tege
moetkomingen van het rijk. Deze uitgaven zouden anders ten
koste gaan van de algemene middelen.
De heer MARIJNISSEN merkt op dat een afslanking van het
Streekgewest misschien niet direct kostenverlagend zal zijn
maar dat dit wel de eigen zeggenschap zal bevorderen. Hij
vraagt het college een discussie op te starten inzake de
toekomstige taken van het Streekgewest en tevens vraagt hij
op welke termijn dit kan geschieden.
De heer ERMEN beaamt dat het afstoten van taken door het
Streekgewest niet meteen tot verlaging van de kosten zal
leiden gezien de personele consequenties die daaraan zijn
verbonden. Een discussie omtrent de toekomst van het Streek
gewest is echter wel toegezegd. Hierbij kan gehandeld worden
volgens het volgende principe: bezien wat gemeenten zelf
kunnen, bezien wat enkele gemeenten samen kunnen en de rest
uit laten voeren door de totale intergemeentelijke samenwer
king. Dit zou nogmaals in de commissie ABA besproken moeten
worden. Verder deelt hij nogmaals mede dat de OZB volgend
jaar niet meer dan 8 procent mag stijgen en dat de tekorten
opgevangen moeten worden door bezuinigingen. Het investe
ringsniveau is bespreekbaar indien handhaving ervan zou
leiden tot een extra verhoging van de OZB. Het rijksbudget
sociale vernieuwing is reeds vele jaren overschreden. Dit
jaar betreft het een overschrijding met 60.000,oftewel 2
procent OZB-stijgingHet is beter om de uitgaven voor de
sociale vernieuwing nagenoeg budgettair neutraal te laten
verlopen. De huisvestingsbehoefte op lange termijn en een
goede onderhoudsplanning voor het onderwijs zijn nodig om
goed te kunnen bepalen welke middelen hiertoe ingezet moeten
worden. Het is daarom geen goede zaak als vantevoren reeds
bepaalde delen van het budget voor andere doelen worden
ingezet. Tot slot deelt hij mede geen antwoord te hebben
gekregen op zijn vraag betreffende de gymnastiekaccommodatie
van de Nieuwenberg te Zegge.
De heer VAN MIERT bepleit ook de nodige voortvarendheid
inzake de bepaling van de toekomstige taken van het Streekge
west. De plannen van het Gewest dienen niet te worden afge
wacht maar de gemeente moet zelf het initiatief nemen. De
gemeentelijke lasten mogen slechts zeer geleidelijk toenemen.
Een verlaging van het investeringsniveau is, indien noodzake
lijk, bespreekbaar.
De heer VISSENBERG betreurt dat de voorstellen van zijn
fractie ter verlaging van het structurele tekort niet worden
overgenomen en hij is van mening dat daarmee automatisch
gekozen wordt voor verhoging van de lasten. Zijn fractie gaat
niet akkoord met het voorstel.