- 2 - De heer ERMEN is van mening dat de stijging van de lokale lastendruk het gevolg is van het rijksbeleid. Hij complimen teert het college en de ambtelijke organisatie voor de wijze waarop tot nu toe de tekorten zijn opgevangen met slechts een minimale belastingverhoging. Het structurele tekort voor 1997 is ongeveer gelijk aan de kosten voor de politiesurveillan ten. Bij de realisatie van de bezuinigingsoperatie dient met het volgende rekening te worden gehouden: - gestreefd dient te worden naar een minimale stijging van de OZB (maximaal 8 procent per jaar); - een verlaging van het investeringsniveau is bespreekbaar als alternatief voor verhoging van het OZB-tarief met meer dan 8 procent; - gekozen dient te worden voor het openbaar aanbesteden van werken; - overwogen dient te worden de kosten voor de sociale ver nieuwing terug te brengen tot het niveau van de rijksbij drage. Rucphen geeft als gevolg van de bekostiging van de politiesurveillanten ongeveer 60.000,meer uit dan hiervoor van het rijk wordt ontvangen. Verder pleit hij ervoor dat: - de middelen inzake de decentralisatie van de huisvesting onderwijs binnen de begroting zichtbaar worden gehouden om zodoende de gelden voor deze doelen te kunnen blijven besteden; - de onderwijsmiddelen ook benut worden voor de gymnastiekac- commodatie van de Nieuwenberg; - de doorgeschoven investeringen op het investeringsprogramma voor 1997 in 1998 doorgang zullen vinden. De heer VAN MIERT is van mening dat reeds bij de behandeling van de begroting voor 1998 rekening dient te worden gehouden met een bijstelling van het beleid en een meer sobere uitvoe ring van taken. De gemeentelijke belastingdruk dient hierbij slechts minimaal te worden verhoogd. Hij vraagt het college het initiatief te nemen inzake de discussie omtrent de toe komstige taken van het StreekgewestHij onderschrijft niet de mening van het CDA inzake het openbaar aanbesteden van werken omdat incidentele meevallers niet gebruikt kunnen worden voor structurele tekorten en hij houdt onverkort vast aan de aanbestedingsnota. De heer VISSENBERG is van mening dat de bestrijding van armoede en zorg voor de minima begint bij het betaalbaar houden van de gemeentelijke lasten. Omdat zijn fractie tegen het doorschuiven van het tekort naar de toekomst is, stelt hij het volgende voor: - verlaging van het investeringsvolume met 25.000,door het doorschuiven naar 1998 van de aanschaf van de pers luchtmaskers en de zoutstrooier alsmede het niet in 1997 voteren van een krediet voor de aanleg van een atletiek baan; - het opvangen van de c.a.o. maatregelen voor Welzijn en Bibliotheek binnen het budget van de sector Welzijn; - het verlagen van het budget van D'n Hoge Dries met een half tot één procent; - het scherper calculeren binnen het investeringsprogramma;

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1997 | | pagina 33