- 3 - Wethouder VERPAALEN stelt voor om het proefproject na verloop van tijd te evalueren. Pas als de proef zal slagen, dient bezien te worden wat de financiële consequenties zullen zijn. Het opnieuw invoeren van de hondenbelasting is zeker nog niet aan de orde omdat de hondenbezitters in het verleden jaren lang hondenbelasting hebben betaald welke aan de algemene middelen werd toegevoegd zonder dat daar voorzieningen tegen over stonden. De heer SPRENKELS deelt mede dat zijn fractie in het verleden ook heeft gewezen op het feit dat de hondenbelasting in feite niet terecht was omdat er geen voorzieningen tegenover ston den. De heer ERMEN bepleit dat toezicht wordt uitgeoefend op de in de nabijheid van de hondenuitlaatplaats gelegen groenvoorzie ningen waar het verboden is om honden uit te laten. Wellicht dat de politiesurveillanten er op kunnen toezien dat de mensen de honden gebruik laten maken van het hondentoilet. De VOORZITTER zegt dat de taken van de politiesurveillanten in de commissie en in de raad behandeld zullen worden. Overi gens dient de politie er sowieso op toe te zien dat mensen geen honden uitlaten op plaatsen waar dat verboden is. Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel. 11. Ie Wijziging Voorstel tot le wijziging van de verordening onroerende- Verordening OZB zaakbelastingen 1997 (definitieve tarieven i.v.m. herwaarde- 1997 ring) De heer BROUWERS deelt mede dat zijn fractie akkoord gaat met het voorstel. Volgens de wet is het college verantwoordelijk voor de waardebepaling en waardevaststelling van onroerende zaken ten behoeve van de belastingheffing. Dit gebeurt aan de hand van richtlijnen van de Waarderingskamer die ook toezicht uitoefent op de naleving ervan. Deze Waarderingskamer heeft echter ook vastgesteld dat in individuele gevallen de waarde ring onjuist kan zijn. Zijn fractie is het dan ook eens met een aantal gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen die hebben gesteld dat Kafi te veel hooi op de vork heeft genomen om het karwei te klaren. De kwaliteit van de waardebepalingen is bedroevend slecht. Men kan nu eenmaal een oud pand niet vergelijken met een nieuw pand in een geheel andere buurt. Het aantal be zwaarschriften zal zeker nog gaan toenemen als men beseft welke gevolgen de waardevaststelling heeft voor het huur waardeforfait en de vermogensbelasting. De informatievoorzie ning vanuit de rijksoverheid schiet enorm te kort. Hij is verder van mening dat onze gemeente de burgers wel op een goede manier heeft geïnformeerd. De heer THIJSSE spreekt zijn bezorgdheid uit over de moge lijkheid dat de waardestijging doorberekend zal worden in de huurlasten. Hij verzoekt dit dan ook met de Woningstichting te bespreken. Verder spreekt hij zijn waardering uit over de wijze waarop Rucphen met deze materie is omgesprongen. Wel wenst hij te vernemen hoeveel bezwaarschriften inmiddels zijn ontvangen en of de afdeling dit kan verwerken.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1997 | | pagina 28