- 4 -
Het is juist dat in dit plan de verborgen capaciteit is
geschrapt tenzij men daartegen bezwaar aantekende. Dit geldt
overigens ook voor diverse andere bestemmingsplannen die de
raad de afgelopen maanden heeft vastgesteld. De grenzen van
de huidige bebouwde kommen worden niet verlegd. Het is aan de
raad om wijzigingen van bestemmingsplannen vast te stellen.
Dit is mogelijk door partiële herzieningen of door het nemen
van een voorbereidingsbesluit in combinatie met een artikel
19 procedure.
Er is opdracht gegeven voor een inventarisatie van mogelijke
inbreidingslocatiesDaarbij zal zeker ook aandacht geschon
ken worden aan de onderhavige percelen. Het is echter niet de
bedoeling om de inbreidingsgebieden meteen vol te bouwen
temeer daar dit hoogstwaarschijnlijk ten koste zou gaan van
de richtgetallen. De gedeputeerde heeft slechts gezegd dat in
zeer uitzonderlijke gevallen bebouwing in het centrum ten
behoeve van bepaalde doelgroepen niet ten koste zou gaan van
de richtgetallen. In 1998/1999 zullen de gemeenten waar
schijnlijk te maken krijgen met een gewijzigd richtgetallen
beleid. Op punt 4 betreffende de bedrijfshuisvesting etc. zal
de voorzitter na de schorsing voor overleg met het college
terugkomen.
Hierna schorst de VOORZITTER de vergadering voor enkele
minuten en herneemt dan het woord: In het bestemmingsplan
bebouwde kom Sprundel zijn de categorieën 1 en 2 toegestaan
en 3 is toegestaan indien de milieubelasting van een derge
lijk bedrijf niet hoger is dan de belasting die door de
categorieën 1 en 2 wordt veroorzaakt. De overige vragen ten
aanzien van punt 4 worden bevestigend beantwoord.
De heer ERMEN merkt op dat genoemde criteria door het college
grotendeels worden onderschreven en dat na vaststelling van
het plan nog een tweetal wegen openstaat om tot wijziging van
het plan over te gaan. Dat biedt mogelijkheden voor de toe
komst. Het is duidelijk dat het bouwen in inbreidingslocaties
ten koste kan gaan van de richtgetallen en hierover dient
eerst duidelijkheid te worden verkregen. Verder twijfelt hij
niet aan de deskundigheid van de werkgroep planalogie noch
aan de deskundigheid van het planalogisch adviesbureau maar
het blijft een feit dat men binnen de opdracht van het colle
ge en binnen de gegeven criteria moet adviseren. Het kan dus
best zijn dat een onafhankelijke toetsing in stedenbouwkundi
ge zin bij de inbreidingslocaties tot andere inzichten kan
leiden. Hij verwijst hierbij tevens naar het volgende agenda
punt waarbij het voor een leek moeilijk is om te begrijpen
wat stedenbouwkundig verantwoord is.
De heer VAN MIERT betuigt zijn steun aan het voorstel.
De heer BROUWERS is niet van mening dat het onderhavige
voorstel in verband gebracht kan worden met het volgende
agendapunt. Verder merkt hij op dat het in de toekomst moge
lijk zal zijn om aan de wensen van enkele reclamanten tege
moet te komen.