- 6 -
De heer ERMEN is van mening dat fracties zich bij onduide
lijkheden voorafgaande aan de commissievergadering door de
afdelingen dienen te laten informeren en niet achteraf.
De heer WUBBELING is dezelfde mening toegedaan. Gezien de
grote druk op de hoogte van het marktgeld in relatie tot
andere gemeenten is het een goede zaak dat het tarief kan
worden verlaagd door de zelfwerkzaamheid van de marktkooplie
den. De evaluatie wordt met belangstelling afgewacht.
De VOORZITTER merkt op dat commissies zijn bedoeld voor de
uiteenzetting van de fractiestandpunten. Dit betekent echter
niet dat men tijdens de raadsvergadering altijd hetzelfde
standpunt moet innemen als tijdens de commissievergadering.
Wethouder VERPAALEN zegt dat het gaat om een proefperiode en
dat het daarom zeer belangrijk is de medewerking van alle
marktkooplieden te krijgen. Het niet doorberekenen van een
deel van de verlaging houdt het risico in dat men niet al het
vuil verwijdert. Tijdens de proefperiode dienen derhalve geen
kosten voor het afvoeren van het vuil te worden doorberekend.
De evaluatie dit najaar zal meer duidelijkheid scheppen.
De heer VISSENBERG deelt mede dat voorafgaande aan de commis
sievergadering contact gezocht is met de betreffende ambte
naar maar deze was toen niet aanwezig.
De heer THIJSSE deelt mede akkoord te gaan met het voorge
stelde tarief.
De heer BROUWERS is van mening dat de raad zich wellicht ook
uit dient te spreken over het instandhouden van de markt. De
tarieven in de omliggende gemeenten zijn immers veel lager.
Wethouder VERPAALEN verwacht dat deze raad de markt wel in
stand wenst te houden. Hij deelt verder mede dat de raad
altijd heeft aangedrongen op kostendekkende tarieven. In
overleg met de marktcommissie is bezien op welke wijze de
kosten verlaagd kunnen worden. Het compromisvoorstel is nu
aan de raad voorgelegd.
Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel.
18. Ontwerp—jaarrekening Voorstel tot akkoordverklaring met de ontwerp—iaarrekening
1995 Werkvoorzienings- 1995 van het Werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant.
schap
De heer MARIJNISSEN zegt dat in verband met het niet doorgaan
van de commissievergadering door zijn fractie schriftelijk
vragen zijn gesteld omtrent de verhoging van de salariskosten
ambtelijk personeel. In de begroting is uitgegaan van een
verhoging van de salariskosten met 1.090.000,Uitgaande
van 170 ambtenaren komt dit neer op een verhoging van
6.500,per ambtenaar. Bij de schriftelijke vraagstelling
is gevraagd of deze verhoging éénmalig of structureel is.
Bovendien is sprake van een regeling woon-werkverkeer waarin
een en ander geregeld is. Het antwoord is echter niet geheel
duidelijk. Het bestuur van het Werkvoorzieningsschap voert
namelijk aan dat de verhoging een gevolg is van de brutering
van de vergoeding voor woon-werkverkeer.