- 11 -
1)
Tijdens de behandeling van de Algemene Beschouwingen tijdens
de raadsvergadering van 7 november 1995 hebben wij in tweede
termijn aangegeven geen voorstander te zijn van een extern
onderzoek binnen de gemeente Rucphen naar de centralisatie
van de brandweerorganisatie en de gevolgen hiervan. Wij
hebben hierbij verwezen naar het intern rapport van de brand
weercommandant uit 1990. Uw reactie in tweede termijn gaf aan
dat u niet meer met voorstellen zou komen om externe onder
zoeken te laten plaatsvinden omdat in het kader van het
project Versterking Brandweer voor het streekgewest een
onderzoek zou worden uitgevoerd naar o.a. de kwaliteit en de
organisatie van de brandweer. Daar zouden overigens alle 18
gemeenten van het gewest aan meebetalen. U heeft vervolgens
nadrukkelijk verklaard: "Ik wijs er op dat de brandweerauto
voor StWillebrord op het investeringsprogramma staat voor
1996. Er gaat echter ook altijd enige tijd overheen voordat
de aanschaf gerealiseerd is. De voorbereidingen kunnen gewoon
doorgaan.
2)
In de vergadering van 27 februari jl. van de commissie Be
stuurlijke Zaken is het jaarverslag van de Vrijwillige brand
weer over 1995 behandeld. Op blz. 10 (hoofdstuk 6.1 Rijdend
materieel) wordt ten aanzien van St.Willebrord gesteld dat
één tankautospuit (van het bouwjaar 1976) als uitrukvoertuig
dienst doet met de opmerking:"Dit voertuig is niet meer
betrouwbaar en is sterk aan vervanging toe..."
Het aantal malen dat de brandweer uitrukt voor branden en
ongevallen is in 1995 gestegen. Gezien de ligging in de
omgeving en de grootte van het dorp qua inwoners en bebouwde
oppervlakte, bestaat de indruk dat de groep St.Willebrord
vaak ingezet wordt bij de bestrijding van incidenten. Bij de
behandeling van het verslag heeft ons commissielid vragen
gesteld over de toestand van het betreffende voertuig en is
tijdens een discussie gepleit om op korte termijn over te
gaan tot de aanschaf van een nieuw voertuig. De voorzitter
heeft vervolgens benadrukt dat medio april/mei het college
met een standpunt aangaande de brandweer naar buiten zou
komen waarbij zou worden aangegeven welke investeringen e.d.
gedaan zullen worden.
Op grond van de zojuist genoemde argumenten zouden wij thans
graag antwoord van uw vernemen met betrekking tot de volgende
vragen:
Ten eerste: wat is de stand van zaken aangaande het onderzoek
dat in regionaal verband uitgevoerd zou worden in het kader
van het project Versterking Brandweer?
Ten tweede: welk standpunt neemt u in ten aanzien van de
brandweer in zijn algemeenheid en de investeringen die dit
met zich meebrengt?
Ten derde; is het college bereid op korte termijn uitvoering
te geven aan het investeringsprogramma 1996 aangaande de
aanschaf van een nieuw brandweervoertuig voor de groep
St.Willebrord?