- 2 - 6. Nota speelruimte- Voorstel tot het vaststellen van de Nota Speelruimtebeleid beleid (64e wijziging 1996). De heer VAN MIERT gaat akkoord met de voorstellen omtrent de inrichting van de speelruimten. Zijn fractie heeft echter grote twijfels omtrent de realisatie van Jongerenontmoetings plaatsen (JOP's). Voordat het college met een experiment begint dient een gedegen onderzoek plaats te vinden in samen werking met politie, SKW's, de jongerenwerker en de jongeren zelf. De uitkomsten van dit onderzoek dienen aan de commissie te worden voorgelegd voordat verdere stappen ondernomen gaan worden. Uitsluitsel over deze kwestie zou vóór de begrotings behandeling 1997 gegeven dienen te worden. De heer VISSENBERG deelt mede dat zijn fractie akkoord gaat met de nota maar pleit voor het behoud van zandbakken bij speelgelegenheden. Verder zet hij vraagtekens bij het beheer van de speelgelegenheden. Het WVS heeft onvoldoende kennis van veiligheid en heeft dan ook alleen maar een signalerende taak in dezen. Voordat wordt overgegaan tot de inrichting van een JOP dient overleg plaats te vinden met politie, SKW's en de jongeren werker. Ook moet overleg gevoerd worden met de omwonenden. Wellicht dat van deze zijde schadeclaims zijn te verwachten. De heer THIJSSE deelt mede dat de betreffende tekening niet ter inzage lag. Zijn fractie gaat akkoord met het voorstel voor zover betrekking hebbende op de speelruimten en de hondenuitlaatplaatsen. De JOP's dienen gekoppeld te worden aan bestaande SKW-voorzieningen omdat deze doorgaans bemand zijn en de jongeren kunnen daar eens naar binnenlopen. Hij wenst verder ook vooraf geïnformeerd te worden omtrent de realisatie van een proefvoorziening De heer ANTONISSEN spreekt zijn waardering uit voor de nota en hij is van mening dat hiertoe ook in 1997 geld beschikbaar moet worden gesteld. Hij zet echter wel vraagtekens bij de realisatie van JOP's en hij vindt dat ook naar alternatieven gezocht moet worden om de overlast van jongeren te verminde ren. Wethouders SCHIJVEN deelt mede dat het bij de realisatie van een Jongerenontmoetingsplaats in eerste instantie zal gaan om een experiment. Daaraan voorafgaand zal eerst overleg worden gevoerd met alle belanghebbenden en betrokkenen. Op dit moment zijn er eigenlijk al ontmoetingsplaatsen maar deze bevinden zich op plaatsen waar ze eigenlijk niet behoren te zijn en waar voor veel overlast wordt gezorgd. Door het inrichten van een JOP wordt getracht de overlast terug te dringen. Verder deelt hij mede dat de visuele controle en inspectie van de speeltoestellen heel goed aan de WSW-medewerkers kan worden overgelaten. Gesignaleerde gebreken worden doorgege ven. De gemeente zal zelf ook functionele inspecties uitvoe ren. Grotere inspecties geschieden door een gespecialiseerd bedrijf. Herstelwerkzaamheden zullen door WSW-medewerkers worden verricht of via de sector Gemeentewerken geschieden.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1996 | | pagina 47