- 7 - Wanneer de belangstelling groter mocht blijken dan het aan bod, dan gaan wij bezien hoever de chauffeur van de werkgever af woont. Dat is te controleren omdat ook bij de aanvragen tot parkeren werkgeversverklaringen overgelegd dienen te worden. Dan zal er een keuze gemaakt moeten worden. Overigens is het ook zo dat de contracten met de chauffeurs maar voor één jaar geldig zijn en dat na dat jaar een evaluatie kan plaatsvinden. De huurprijs is het gevolg van vraag en aanbod en de verdere onderhandeling die wij in dezen hebben gevoerd. Het huurbe drag, dat de gemeente moet betalen is geïndexeerd en het sleutelgeld niet. Zodra wij een voorziening voor de vrachtwagens hebben gerea liseerd, zal de politie strenger toezicht houden. De kosten van het riool komen altijd ten laste van de gemeen te. Het feit dat ter plaatse een parkeerterrein wordt aange legd heeft hier niets mee te maken. De heer MARIJNISSEN: Met de vergelijkingen qua kosten voor de huur van een garagebox, een stalling voor de caravan of betaald parkeren voor personenauto's hebben wij aan willen geven dat de voltallige gemeenteraad de mond vol heeft van kostendekkende tarieven of in ieder geval aanvaardbare dek kingspercentages. In dit geval is nauwelijks sprake van een dekkingspercentage. Naar ons idee moet het voor de chauffeur- maar met name voor de transportonderneming geen probleem zijn wanneer daar een reëel huurbedrag tegenover zou staan wat neerkomt op een dekkingspercentage van ongeveer 45%. Wanneer het sleutelgeld niet wordt aangepast, blijven wij tegen het voorstel. Het is duidelijk dat de milieuvergunning van de firma niet toereikend is in het kader van de aanleg van de parkeervoor ziening. In de CPR 15-2 richtlijn gaat het met name over het geconcentreerd bij elkaar brengen van gevaarlijke stoffen. Stel dat straks een aantal gevaarlijke stoffen op dat terrein bij elkaar komt waar de transportonderneming noch de chauf feur iets aan kan doen. Wordt de gemeente in een later stadi um dan toch niet geconfronteerd met het treffen van allerlei voorzieningen daar ter plaatse om aan de milieuvergunning te kunnen voldoen? De heer ERMEN: Een aantal vragen is afdoende beantwoord maar wij zetten nog steeds onze vraagtekens bij de hoogte van het sleutelgeld in relatie tot de investering die de gemeente moet doen. Het is duidelijk dat wij het nodige voor de doel groep dienen te investeren maar wij achten het niet meer dan redelijk dat die belangen redelijkerwijs worden gedeeld. Wij denken in dezen aan een dekkingspercentage van 45 tot 50 procent, al dan niet geïndexeerd. Het bedrag van 150,— als sleutelgeld vinden wij beslist te laag. De heer VAN OERS: Wij blijven bij ons standpunt dat het sleutelgeld van 150,ruim voldoende is. Men zou hoogstens een jaarlijkse indexering kunnen toepassen.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1996 | | pagina 42