- 7 -
De uitvoering van de Wet Voorzieningen Gehandicapten is in
handen van de gemeenten gekomen. Hierover zijn afspraken
gemaakt met het rijk. De budgetten zijn geoormerkt en lopen
de komende jaren nog steeds op. Omdat van het overschot van
de middelen van de WVG in 1994 reeds een reserve is gevormd
van ongeveer een half miljoen gulden, kan het overschot in
1995 naar de algemene middelen toevloeien. Het is niet de
bedoeling om reserves te maken van een miljoen.
Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel.
13. Voorjaarsnota Voorjaarsnota met betrekking tot het begrotingsjaar 1996
(39e wijziging 1996).
De heer MARIJNISSEN zegt dat tijdens de raadsvergadering van
12 december 1995 (bij de behandeling van de verkoop van Den
Berg) is toegezegd dat bij de behandeling van de voorjaarsno
ta het achterstallig onderhoud sociaal culturele accommoda
ties aan de orde zou komen. In het laatste commissieverslag
staat echter dat hierop wordt teruggekomen bij de begrotings
behandeling voor 1997. Hij is van mening dat op basis van het
nog vast te stellen onderhoudsprogramma sociaal culturele
accommodaties ook in 1996 middelen aangewend moeten kunnen
worden ten behoeve van het achterstallig onderhoud.
De heer VAN MIERT is van mening dat wel financiële knelpunten
bekend zijn bij de sector Welzijn, namelijk de verbouwing van
de Trapkes te Sprundel. Bij de behandeling van de gemeentebe
groting 1996 is toegezegd dat deze verbouwing bij de voor
jaarsnota aan de orde zou komen.
De heer ERMEN geeft aan dat de CDA-fractie tijdens de verga
dering van 12 december heeft aangegeven dat men met de ver
koop van Den Berg akkoord ging mits de besteding van de
middelen nog niet vast zou liggen. Het voorstel van het
college is met deze wens in overeenstemming.
De heer VISSENBERG gaat volledig akkoord met de voorjaarsno
ta. Ondanks de grote kortingen blijft de financiële positie
gezond.
De heer SPRENKELS sluit zich aan bij de woorden van de heer
Ermen.
Wethouder KONINGS deelt mede dat op korte termijn een gebou
wenbeheersplan zal worden voorgelegd waarin het benodigde
onderhoud en de bekostiging over een reeks van jaren zal zijn
opgenomen. Hieruit zou kunnen blijken dat structureel meer
geld benodigd is voor het onderhoud aan de gebouwen. Daar
naast kan blijken dat bepaalde problemen acuut aangepakt
moeten worden. Als het om redelijke bedragen gaat dan kunnen
wij daar geld voor vrijmaken.
De heer MARIJNISSEN vraagt wanneer het gebouwenbeheersplan
aan de raad wordt aangeboden.
De heer VAN MIERT vraagt of het plan zich beperkt tot onder
houd en beheer of dat hieraan ook een verbouwingsplan is
gekoppeld.