- 8 - 16. Convenant politie- Voorstel tot het aangaan van een convenant met de reeiopoli- surveillanten tie Hidden- en West-Brabant terzake het aanstellen van poli tiesurveillanten (12e wijziging gemeentebegroting 1997K De heer THIJSSE is tegen het voorstel en hij gelooft niet dat de in het convenant opgenomen voorwaarde dat het korps binnen drie maanden op sterkte moet zijn een feit zal zijn terwijl jarenlang sprake is geweest van onderbezetting. Verder zijn nog geen afspraken gemaakt over de wijze waarop de surveil lanten worden ingezet. Het is echter aan de raad om te bepa len wat de surveillanten gaan doen en dit is geen bevoegdheid van de korpsleiding. Over een periode van 6 jaar draagt de gemeente Rucphen een bedrag bij van 450.000,terwijl de voordelen onduidelijk zijn. Het is geen goede zaak dat dit voorstel overhaast wordt voorgelegd omdat per 1 januari 1997 twee agenten beschikbaar komen. Gewacht moet worden tot het korps volledig op sterkte is en verder zou de overeenkomst beëindigd moeten worden op het moment dat het korps drie maanden lang niet meer op sterkte is en dat gedurende deze periode de betaling van de surveillanten wordt geschorst. De heer SPRENKELS schaart zich geheel achter het voorstel ongeacht het feit of de financiering via de post sociale vernieuwing kan geschieden of niet. Bij de behandeling van de voorjaarsnota zullen prioriteiten dienen te worden gesteld. De bestrijding van de kleine criminaliteit kan door de inzet van de surveillanten een extra stimulans krijgen. De algemene veiligheid van de burgers is zeer belangrijk. De heer VISSENBERG deelt mede dat zijn fractie kiest voor meer veiligheid voor de burgers maar hij is wel van mening dat het convenant niet mag leiden tot een extra verhoging van de ozb. De heer VAN MIERT gaat akkoord met het voorstel en vraagt het college ervoor te waken dat het korps in de toekomst op sterkte blijft. De financiering blijft echter onzeker. De heer MARIJNISSEN staat achter het voorstel hoewel hij van mening is dat de zorg voor de veiligheid van de burger een rijksaangelegenheid is. Om echter meer politie op straat te krijgen dient de gemeente een extra inspanning te leveren. Hij acht het niet juist om bij elke investering de relatie te leggen naar een verhoging van de ozb. De heer ERMEN gaat niet akkoord met het voorstel en hij zegt dat het voorstel altijd veel geld kost ongeacht de dekking die eraan gegeven wordt. Ook bij de algemene beschouwingen voor 1996 is dit onderwerp aan de orde geweest. Destijds antwoordde de voorzitter dat de middelen voor extra politie surveillanten niet aanwezig waren. Ook zou bezien worden of extra politiesurveillances te verkrijgen waren zonder kosten verhoging. Verder was hij van mening dat de wijkgerichte aanpak niet afhankelijk is van de inzet van de surveillanten. De politie was een rijkstaak en dat zou zo moeten blijven. Minister Dijkstal zou bovendien de mogelijkheden onderzoeken om geld over te hevelen van rijke naar arme politiekorpsen.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1996 | | pagina 241