- 7 - bij de raad van de gemeente Etten-Leur groter is dan het enthousiasme van de raad van Rucphen. De beide raadsbesluiten zijn echter eensluidend. De autonomie van de gemeenten blijft behouden. Er is niet voor gekozen om de fractievoorzitters in een vroegtijdig stadium bij de voorbereiding te betrekken omdat nog voldoende mogelijkheid tot overleg en bijsturing aanwezig zal zijn. Verder kan geconstateerd worden dat de herindeling in het Streekgewest een feit is. De bestuurlijke organisatie in Nederland gaat terug naar drie bestuurslagen en de gemeenten moeten op vrijwillige basis gaan samenwerken. De heer VAN MIERT steunt het voorstel met gematigd optimisme. De heer THIJSSE blijft van mening dat de belangen van samen werking in Etten-Leur groter zijn dan bij ons. Bij samenwer king met andere gemeenten dient altijd sprake te zijn van gezamenlijke belangen. Omdat in de tekst wordt gesproken over het vormen van tegenwicht in verband met het groter worden van de andere gemeenten in de gewesten, leidt hij af dat de samenwerking met Etten-Leur belemmerend zal werken bij moge lijke samenwerkingsovereenkomsten met ander gemeenten. De heer ERMEN deelt mede dat overleg op bepaalde terreinen een goede zaak is. Een inventarisatie om de raakvlakken met Etten-Leur te benoemen is overbodig. Eerst moet sprake zijn van concrete voorstellen voordat een plan van aanpak wordt voorgesteld. Het is dan ook beter om zelf het initiatief te nemen om mogelijke samenwerking structureel aan te pakken met alle omliggende gemeenten en de gemeenten binnen het Streek gewest in het bijzonder. De energie moet gericht zijn op die deelbelangen waarop direct zaken met elkaar gedaan kunnen worden zonder dat daar een tijdrovende inventarisatieronde aan vooraf gaat. Verder lijkt hem de ontwikkeling van een gezamenlijk bedrijventerrein een goede zaak als dit extra woningbouw voor onze gemeente tot gevolg heeft. Hij blijft het betreuren dat de fracties niet eerder in kennis waren gesteld van het voornemen. De VOORZITTER bestrijdt nogmaals dat de samenwerking met Etten-Leur blokkades op zou werpen voor de samenwerking met andere gemeenten. Ook dat sprake zou zijn van het zich afzet ten tegen de andere gemeenten die door de herindeling groter worden. Het kan echter niet ontkend worden dat de positie van beide gemeenten binnen de gewesten is gewijzigd. Hij deelt verder mede dat een inventarisatie van de gezamenlijke belan gen wel noodzakelijk is om in dezen uitputtend te zijn. Daarna zal een aantal zaken verder worden uitgewerkt. De gemeente Etten-Leur heeft er op aangedrongen om toch vooral geen ruchtbaarheid te geven aan de mogelijke samenwerking voordat een en ander een meer concrete vorm aangenomen zou hebben. Eerst diende bezien te worden of beide colleges het eens konden worden. Daarna zijn de fracties gezamenlijk geïnformeerd. Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel met uitzondering van de fractie van D66.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1996 | | pagina 240