- 5 - De heer BRAAT: Enerzijds betreuren wij uw terughoudendheid betreffende nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de infor matievoorziening en anderzijds is er alles voor te zeggen een en ander goed te overwegen alvorens bepaalde zaken in te voeren. Gezien de steeds verder gaande ontwikkelingen en mogelijkheden verzoeken wij uw college toch in te spelen op deze situatie en met concrete voorstellen te komen. Zoals uit uw beantwoording blijkt is er in onze gemeente sprake van een aantal van 40 tot 50 gezinnen die onder de miniumgrens moet leven. Het is derhalve haast geboden met de toegezegde armoedenota om zo snel mogelijk een eind te maken aan deze ongewenste situatie. Ondanks uw opmerking dat er maatwerk geleverd kan worden door de ruimere bijstandsmoge lijkheden verbaast het ons dat u eigenlijk op dit gebied niets onderneemt. In uw beantwoording geeft u aan dat in geen geval gemeenten een ruimer kwijtscheldingsbeleid mogen voe ren. Wij willen dan toch verwijzen naar uw knipselkrant 201 waarin te lezen staat dat bijvoorbeeld een gemeente als Breda 500,per minimagezin uittrekt. Gelden er voor Breda en andere steden dan andere normen? Indien u vooralsnog geen ruimer kwijtscheldingsbeleid wenst, dan blijven wij voorstan der van een éénmalige uitkering aan de zogenaamde bijstands gerechtigden. Uw argumenten daartegen op pagina 67 verwerpen wij volledig en wij vinden die zelfs misleidend. Als wij spreken over een bijstandsgerechtigde dan heeft een vermo genstoets reeds plaatsgevonden en is reeds gekeken naar de betalingscapaciteit. Wij blijven vasthouden aan een ruimer kwijtscheldingsbeleid en in 1997 aan het geven van een eenma lige uitkering, zonder een papierwinkel zoals verwoord in alinea 2 op pagina 67. Het verbaast ons dat u stelt in de beantwoording dat de opvattingen van D66 en het CDA volledig stroken met uw stand punt hetgeen in tegenstelling is tot de woorden welke werden uitgesproken bij de presentatie van de gemeentebegroting 1997. Voor alle duidelijkheid, ook onze fractie is van mening dat sociale werkvoorziening aan onze zorg is toevertrouwd en dat de werkgelegenheid met name voor de doelgroep van essen tieel belang is. Echter een ongebreidelde groei, zoals u zelf zegt, van de gemeentelijke bijdrage gaat ons te ver. Het bestuur van de WVS dient ook zijn verantwoordelijkheid te kennen inzake de presentatie van zijn jaarlijkse begroting betreffende baten en lasten. De uitgavenkant van de genoemde begroting dient naar onze mening aan een kritisch oordeel onderworpen te worden. Zoals u bij de beantwoording al aangeeft, zal de Wet waarde ring onroerende zaken de nodige veranderingen met zich mee brengen. Een uitgebreide en heldere voorlichtingscampagne zal wenselijk zijn. Heeft u enig idee hoe u de grote stroom bezwaarschriften welke onherroepelijk te verwachten is, verwerkt kan worden binnen de gestelde termijn? Zijn de kosten welke voortvloeien uit behandeling van genoemde be zwaarschriften tevens te verhalen op overheden welke ook gebruik gaan maken van de getaxeerde zaken, zoals waterschap pen en dienst directe belastingen?

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1996 | | pagina 184