doen op de gemeente wat bestrijding van armoede en sociale uitsluiting betreft. In welke mate de toepassing van dit nieuwe beleid, alsmede de uitwerking van de beleidsintenties, een succesvolle bijdrage zal betekenen voor het terugdringen van het beroep op bijstand en voor bestrijding van de armoede, is voor ons nog een groot vraagteken. Deelt U deze mening? Bij de armoedebestriidingsnota ligt het in Uw bedoeling ook het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid te gaan betrekken. Het is voor de CDA-fractie een gegeven dat voor zover de problemen, waarin personen met een minimuminkomen zich bevinden, zijn terug te voeren naar het sociaal minumum en in principe het Rijk verantwoordelijk is voor de oplossing. Gemeentelijk minimabeleid zal niet in staat zijn de financiële situatie van deze personen structureel te wijzigen. Wel dienen we alles in het werk te zetten om het leven van deze personen menswaardig te laten blijven. Recente uitspraken van Bisschop Muskens hebben toch een maatschappelij ke discussie over armoede op gang gebracht. Onlangs is de begroting 1997 van het Werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant vastgesteld. Uit de begroting blijkt dat de minder goede exploitatie-resultaten verband houden met een aantal aspecten: de rijksbezuinigingen, de werking van het financiëel verdeelsysteem en economische conjuncturele aspecten (opkomst lage loonlanden). Ondanks deze negatieve uitkomsten is het CDA voorstander van continuëring van het huidige beleid waarbij gemeenten verantwoordelijk zijn en blijven voor het aanbieden van aangepaste arbeidsplaatsen aan gehandicapten. Vooral binnen onze gemeente hebben we een groot aantal inwoners die aangewe zen zijn op deze voorziening waarvoor wij de sociale plicht hebben hier voor onze verantwoording te nemen. Indien hiervoor extra financiële impulsen nodig zijn moeten we onze verantwoording niet uit de weg gaan. Deelt U onze mening in deze? Verhoging van het welzijnsbudget. Alle partijen in onze raad zullen blij zijn met de verhoging van 50.000 gulden voor het totale welzijnsbudget. We hebben er allemaal voor gepleit. Als je enige afstand neemt moet je wel constateren dat de subsidies die wij uitgeven eigenlijk alleen nog waarderingssubsidies zijn. Er ligt geen directe relatie meer tussen eigen inkomsten, eigen mogelijkheden om geld te genereren en de toegekende subsidie. Het is meer een beloning voor een positieve inzet ten behoeve van allerlei activiteiten. Een ondersteuning die in onze gemeente er mede voor zorgt dat we een bloeiend verenigingsleven hebben in onze kernen. Daarmee wordt wel het probleem geschapen dat je steeds kunt blijven pleiten voor meer en andersom ook steeds een nullijn kunt hanteren. Er ligt immers geen relatie tussen financieringspositie en subsidie. De verhoging betekent een inhaalslag die procentueel gezien over de afgelopen 8 jaren ongeveer gelijk op loopt met de inflatie over de afgelopen jaren. De vraag is of we nu weer een nullijn gaan hanteren of dat het te overwegen is de subsidie jaarlijks aan te passen met de inflatiecorrectie? Hoe kijkt uw College aan tegen deze vraagstelling? 6 CDA gemeente Rucphen. Algemene Beschouwingen Begroting 1997. CDA-fractie; Buitenhof 8, 4714 BT Sprundel. Tel. 0165-383110.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1996 | | pagina 166