- 4 -
5. Er dient een regeling te komen zodat nieuwe, en met name
na 1988 geschapen landschapselementen, als niet voor
verzuring gevoelig worden aangemerkt. Deze elementen
moeten namelijk wel als zodanig worden bestemd ter be
scherming. Het mag ook niet zo zijn dat sommige elementen
in deze categorie later weer als verzuringsgevoelig worden
aangemerkt. Bijvoorbeeld ter bescherming van de grotere
elementen die wel zijn aangewezen in het kader van de
Interimwet Ammoniak en VeehouderijDe tekst in de nota op
pagina 112 sluit niets uit.
6. De waarden van welke aard dan ook zullen steeds op een
aanvaardbare manier moeten worden aangetoond alvorens er
beleid op af te stemmen. Als we beleid afstemmen op diver
se, zo mogelijk potentiële waarden, komt er nooit duide
lijkheid en blijft er steeds willekeur bestaan. Dit mag en
kan geen beleidsuitgangspunt zijn voor de dynamische
sector die het toch al moeilijk heeft en het moeilijk zal
blijven houden.
7. Voor alle zaken die te maken hebben met peilen, sloten,
drainage enz. ligt het primaat bij het waterschap. Het
beoordelen van waterhuishoudkundige werken en -werkzaamhe
den behoort te allen tijde tot de taak van het Waterschap
en eventuele wensen van de gemeente kunnen aan het Water
schap worden voorgelegd.
8. Omwille van de continuïteit van de bedrijven in de recrea
tieve en toeristische sector moeten ook in deze sector
bedrijfsaanpassingen mogelijk blijven. Mensen krijgen in
de toekomst nog meer vrije tijd en moeten die op een
zinvolle en betaalbare wijze kunnen invullen. De opmerkin
gen gemaakt door de Kamer van Koophandel spreken voor
zich. Tot slot zullen de plaatselijke belangenorganisaties
meer dan ooit daadwerkelijk betrokken moeten worden bij
het opstellen van het bestemmingsplan buitengebied. Met
name de agrarische sector krijgt in de nabije toekomst
meer dan ooit te maken met de keuze wel of niet overleven.
Hierbij zijn vele gezinnen betrokken in de gemeente
Rucphen.
Op dit moment vindt een evaluatie plaats van het Streekplan.
Een onderdeel van de evaluatie was een gedachtenwisseling met
mensen uit de praktijk over hun ervaringen. Verder zijn
gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant bezig met
een algehele aanpassing van de handleiding bestemmingsplan
buitengebied. Wij verwachten dat een nieuwe handleiding in
grote lijnen zal aansluiten bij de door ons ingebrachte
punten. De uitkomst van de evaluatie en de nieuwe handleiding
zullen uitdrukkelijk bij het opstellen van het nieuwe Bestem
mingsplan Buitengebied moeten worden betrokken. Ook al komt
deze duidelijkheid pas in het najaar 1996.
Samenvattend stellen wij dat de paraplunota zodanig wordt
geïnterpreteerd dat eerdergenoemde zaken bij het opstellen
van het Bestemmingsplan Buitengebied worden betrokken en dat
wordt geanticipeerd op de uitkomsten van de evaluatie van het
Streekplan en op de nieuwe handleiding bestemmingsplan bui
tengebied van de provincie. Hiermede wordt besloten dat de
paraplunota, zoals die nu ter tafel ligt, niet het enige en
zaligmakende toetsingskader zal zijn.