- 8 -
De heer THIJSSE: Het primaat inzake de gedwongen verhuizing
zal slechts in uitzonderlijke gevallen en na zorgvuldige
afweging worden toegepast. Het is dan ook beter om dat duide
lijk in de verordening vast te leggen. Wij zijn blij dat u
bij de versoepeling van de regeling rekening heeft gehouden
met de mogelijkheid dat het aantal aanvragen in de toekomst
nog zal gaan toenemen. Het zou jammer zijn als wij in de
toekomst de regeling om financiële redenen in negatieve zin
zouden moeten bijstellen.
Wethouder KONINGS: Ik zal mij in eerste instantie beperken
tot de hoofdlijnen omdat in de commissievergadering op alle
zaken al heel uitvoerig is ingegaan. Met het primaat verhui
zing zullen wij zeer zorgvuldig en ruimhartig omgaan. Op het
moment dat wij toch vinden dat een persoon zou moeten verhui
zen kan de betreffende persoon bezwaar maken bij het college.
Op het moment dat burgemeester en wethouders het bezwaar
ongegrond verklaren dient de zaak aanhangig te worden gemaakt
bij de rechtbank. Pas in dat stadium zal van het primaat
gebruik kunnen worden gemaakt. Het moet echter mogelijk zijn
iemand te verzoeken te verhuizen als op het moment van be
hoefte in hetzelfde huizenblok in dezelfde straat een huis
toevallig leeg staat met toevallig de juiste woningaanpassin
gen. Daarvoor geldt het primaat dat wij dan ook wensen te
handhaven.
Het woord primaat ten aanzien van het collectieve vervoer is
uit het voorstel verdwenen. Volgens de WVG heeft de gemeente
een zorgplicht voor vervoersvoorzieningen voor gehandicapten.
Collectief vervoer is één van de mogelijkheden. Proefonder
vindelijk zal moeten worden aangetoond dat deze vorm van
vervoer de voorkeur verdient. Zolang de proef voortduurt, kan
er geen sprake zijn van toepassing van het primaat. Mocht op
termijn blijken dat het collectieve vervoer goed zou werken,
dan is het aan uw raad om te bepalen of deze opgelegd zal
worden of dat de betrokkenen zelf kunnen kiezen. Mensen, die
vanwege hun handicap absoluut geen gebruik kunnen maken van
collectief vervoer, zullen daartoe nooit worden gedwongen.
De inkomensafhankelijke eigen bijdrage is een goede zaak. Een
vergelijking tussen de uitvoeringskosten en de hoogte van de
eigen bijdrage is niet aan de orde. De uitvoeringskosten zijn
namelijk een gevolg van de uitvoering van de wet en omvatten
veel meer dan alleen het bepalen van de eigen bijdrage. Het
invoeren van de wijzigingen met terugwerkende kracht ontraad
ik u zeer vanwege de vele juridische consequenties. Daarnaast
zal elk jaar de uitvoering van de regeling worden geëvalueerd
en zal de regeling zo nodig worden aangepast. De eigen bij
drage is inkomensafhankelijk en loopt trapsgewijze op. Voor
de inkomens tot 25.450,is de eigen bijdrage zelfs nihil.
Wij wensen het amendement over te nemen omdat de betrokkenen
bij het veelvuldig aanpassen van de voorziening, bijvoorbeeld
bij kinderen in de groei, op hoge kosten gejaagd zouden
worden. De éénmalige bijdrage per soort voorziening is dan
ook een goede zaak. De eigen bijdrage kan niet geheel verval
len omdat het budget in de toekomst ook toereikend moet zijn.