- 3 - te laten inzetten voor deze doelgroep, heeft onze goedkeuring totaal niet. Wij zijn van mening dat de basisfunctionarissen weinig of totaal geen feeling hebben met het huidige meerri- sicojongerenwerk en deskundigheid en motivatie missen om ingezet te worden bij aktiviteiten t.b.v. risicojongeren. Zij hebben de laatste jaren alleen ondersteunend werk verricht voor SKW-besturen inzake verhuur en beheer van accommodaties. Wij hebben begrepen dat uw college niet van plan is het ingezette beleid in dezen te veranderen. Wij hebben daarom een notitie over de toekomst van jeugd- en jongerenwerk en daaraan gekoppeld de beroepsmatige inzet geschreven. Tot mijn verwondering las ik in de krant dat wethouder Schijven van mening is dat de aktiviteiten voor deze doelgroep alleen plaatselijk moeten gebeuren. Dit betekent dat hij blijft kiezen voor bestaand beleid met weinig of geen resultaat. Ik denk dat wethouder Schijven niet de moeite heeft genomen om de notitie te lezen laat staan in het college te bespreken. Dan had hij zeker niet gezegd dat ons voorstel voor een centraal jeugd- en jongerencentrum en daaraan gekoppeld een jongerennetwerk met een breed maatschappelijk draagvlak waarbinnen diverse instanties met een praktische aanpak bezig zijn in de prullenbak kan verdwijnen. In onze notitie geven wij aan dat de instanties, die met de problemen van het meerrisicojongeren te maken krijgen, gezamenlijk op een meer praktische manier samenwerken en niet verzanden in praatgroe pen. Wij denken dan aan de instanties zoals het Sociaal Cultureel Werk, het Maatschappelijk Werk, de CAD, de politie, de Woningstichting, Sociale Zaken, Stichting Maatwerk, de leerplichtambtenaar en het Arbeidsbureau. Wij denken dat door deze voorgestelde aanpak juist die jongeren ook naar het jeugdcentrum komen die nu niet bereikt worden. Ze kunnen dan immers op bepaalde tijden terecht voor allerlei zaken waar men hulp, advies of ondersteuning voor nodig heeft. Dit betekent dat met name het Sociaal Cultureel Werk de jongeren makkelijker kan bereiken en meer kans heeft met deze jongeren aktiviteiten op te zetten en kennis van bestaande aktivitei ten te laten nemen. Daarnaast moeten natuurlijk plaatselijke problemen ondersteund en in de gaten gehouden worden. Wij vinden het jammer dat vanuit de andere fracties weinig tot geen reakties zijn gekomen op onze notitie omdat wij ervan overtuigd zijn dat het een goed plan is, dat serieus onderzocht zou moeten worden. Bij de evaluatie van het meer risicoj ongerenwerk zullen wij hier zeker op terugkomen en mogelijk heeft het indienen van een motie dan wel kans van slagen. Wij pleiten nogmaals voor de inzet van 50 procent van de basisfunctie ten behoeve van het ouderenwerk omdat naar onze mening de basisfunctionarissen in dezen zeer geschikt en gemotiveerd zijn. Als wij met z'n allen vinden dat kinderopvang prioriteit moet hebben dan stellen wij voor om binnenkort een discussie op gang te brengen over de kosten van kinderopvang.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1995 | | pagina 257