- 38 -
De heer MARIJNISSEN: Wij zijn van mening dat er mankementen
zijn t.a.v. het verstrekkingenboek en de verordening die
daaraan ten grondslag ligt. Ik denk dat het goed is om daar
over maar een keer in een persoonlijk gesprek met de wethou
der of de sector te spreken.
De heer ERMEN: Voor ons is er geen direct verband tussen de
voorbereidingstijd en het spontane karakter van een open
discussie in de raad. We zijn erg blij met de toegezegde ver
lenging met een of twee dagen.
Het is niet altijd mogelijk om direct voorafgaande aan de
commissievergadering ABA wederom een fractievergadering
bijeen te roepen. Zeker niet als het gaat om de korte termij
nen die daar soms mee gemoeid zijn. Streekgewestaangelegenhe-
den zijn niet alleen een zaak van overleg tussen fractievoor
zitters, ambtenaren en het college, maar is in feite een zaak
van de gehele raad als verlengd lokaal bestuur. Gezien de
planningen van raads- en gewestraadsvergaderingen is het
tussentijds plannen van fractievergaderingen vaak ondoenlijk.
Het is in die zin beter af te wegen welke punten van beleid
van fundamenteel belang zijn om breder te bespreken en welke
zaken marginaal zijn. Dan kunnen we altijd met elkaar over
leggen om daar toch de juiste aandacht richting het Streekge-
west met elkaar te bepalen.
Het is een goede zaak om, indien mogelijk, een combinatie van
huurwoningen en koopwoningen te realiseren in de goedkope
sfeer voor starters en voor koopwoningen t.b.v. senioren. Dit
zijn twee belangrijke doelgroepen.
Het coalitie-akkoord is inderdaad ondertekend, maar dat
betekent niet dat daarvan niet kan worden afgeweken omdat in
het beleidsakkoord duidelijk staat er dat het is opgesteld op
basis van het gegeven en de verwachting dat er geen onver
wachte financiële tegenvallers zouden zijn in deze periode.
Maar er zijn echter twee forse tegenvallers: de herverdeling
van het gemeentefonds en de verwachte tekorten bij het Werk
voorzieningsschap. Een herijking is naar onze mening wel aan
de orde.
Een evaluatie van het afvalverwijderingsgebeuren is wellicht
niet strikt noodzakelijk maar wij verzetten ons er niet
tegen.
Wij achten het niet direct noodzakelijk het welzijnsbudget te
verhogen als dit gepaard zou moeten gaan met een extra verho
ging van de belastingdruk. Er bestaan wel mogelijkheden door
herijking van prioriteiten.
De heer ANTONISSEN: Wij vragen u verder uitwerking te geven
aan het voorgestane beleid betreffende de formatie ouderenbe
leid van het GOW. U pleit voor de uitvoering van de nota
ouderenbeleid door evaluatie van de basisfunctie. Wij verzoe
ken u dit in 1996 te doen omdat op basis daarvan de formatie
bepaald kan worden. Om deze tijd te overbruggen stellen wij
voor om op basis van eenmalige middelen de formatie voor 1996
uit te breiden met een halve formatieplaats.
Dienaangaande willen wij ook een motie indienen.