- 8 - Het beleid dient daarop te worden afgestemd en met andere be heersvormen zoals privatisering moet invulling geven worden aan mogelijkheden voor sportbeoefening. Dit is overigens een absolute kerntaak van de gemeente. Het sportbeleid dient bijzondere aandacht te besteden aan sport in verenigingsver band en ons jeugdbeleid. Uit de opmerkingen van de andere Pa^tijen mogen we concluderen dat onze vraag op een breed draagvlak binnen deze raad kan rekenen. Volgens ons gaat het bij alle partijen om duidelijke keuzes en niet om met jaar lijks groeiende tekorten sportbeleid te voeren. Bij nieuwe voorzieningen moeten we terdege kijken naar de structurele lasten die een en ander met zich meebrengen. Geen keuze maken en elke keer bij de burger aankloppen met verhogingen van 10% van de ozb-belasting zal geen draagvlak vinden bij de burgers van onze gemeente. Wij stellen u nogmaals voor het sportbeleid te herijken met als uitgangspunten duidelijkheid m.b.t. accommodaties, een strakker financieel kader voor een nader te bepalen periode met een daaraan gekoppeld beleid en een sterkere inzet naar andere beheersvormen van sportvoor- zieningen. Daarnaast wijzen wij op de constructie die gekozen is bij de tariefsverhoging van het buitenbad. Daar wordt een investering gevraagd voor een glijbaan die deels gedekt wordt door een tariefsverhoging. Naar onze mening dienen onder het huidige beleid investeringen afgewogen te worden tegen andere wensen in het investeringsprogramma. Het is een voorbeeld van ad h°c-beleid. Een reden te meer om dit beleid te herijken. Wij zijn blij met uw positieve reacties met betrekking tot een monumentenfonds. Het bevriezen van budgetten zonder duidelijke keuzes te maken is geen goede zaak. Hoofdfunctie 6 is in dezen een goed voorbeeld. Jaar na jaar wordt vastgehouden aan de nuloptie. Dit beleid kun je een aantal jaren volhouden maar op een bepaald moment gaat het bevroren budget z'n tol eisen. De vraag van de RVP wordt opnieuw actueel bij de volgende begro tingsbehandeling. Een structurele toepassing bijvoorbeeld van prijscompensatie op het budget behoeft niet altijd te beteke nen dat de belastingen derhalve verhoogd moeten worden. Er dienen keuzes te worden gemaakt. M.b.t. budgetsubsidiëring wachten wij de ontwikkelingen verder af mede gelet op de voorgaande beschouwingen. Onze vraag inzake de kinderopvang was er met name op gericht om het beleidsuitgangspunt van de budgettaire neutraliteit bij deze voorziening te benadrukken. Uw college blijft er vaag over. Wij zien vooralsnog geen reden om van ons stand punt af te wijken. Bij het onderdeel ouderenbeleid hebben verschillende partijen aandacht gevraagd voor de positie van het G.O.W. Uit informa tie over het overleg dat u gevoerd heeft met de S.M.D. is ons gebleken dat u de wens van de politieke partijen neergelegd hebt bij het bestuur van de S.M.D. Als er ruimte voor het G.O.W. dient te worden vrijgemaakt moet het binnen de S.M.D. gevonden worden. Mocht men daar geen beslissing nemen dan komt er geen uitbreiding. De keuze daar wegleggen is volgens ons het verstrekken van een onterechte opdracht aan het bestuur van de S.M.D. zonder dat de uitkomst vaststaat die de

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1995 | | pagina 214