HOOFDFUNCTIE 8, RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSGEZONDHEID
A. Vragen:
1. Waarom is de mogelijke toekomstige uitbreidingslokatie Koekoekstraat-Hilsondis-
straat voor woningbouw in het op te stellen stedebouwkundig ontwerpplan niet
meegenomen Uw college zei hier vorig jaar n.a.v. onze vragen niet negatief
tegenover te staan.
2. In Sprundel mogen vijf bejaardenwoningen extra gebouwd worden bij het steun
punt.
Wij zijn tegen uw voornemen hier ook te spreken van koopwoningen. Hierdoor
komt de doelstelling om een steunpunt alleen voor ouderen te realiseren in gevaar.
Ons inziens is het juridisch niet mogelijk regels te maken, waardoor deze wonin
gen slechts aan ouderen verkocht mogen worden.
Wel vinden wij het een goede zaak dat in overleg met de woningstichting onder
zocht moet worden of in de toekomst de woningstichting geen koopwoningen kan
bouwen voor ouderen los van een ouderensteunpunt.
3. Wanneer denkt u dat de colleges van de verschillende gemeenten hun gezamenlijke
visie geven op het buitengebied, de zgn. Paraplunota en hun instemming betuigen
zodat deze standpunten aan inspraak kunnen worden onderworpen
4. Denkt u bij het ontwerpplan Bedrijventerrein Nijverhei aan een tijdsbestek tot het
voorjaar 1996 of medio 1996 Wordt in dit plan ook een eventuele verplaatsing
van bedrijven opgenomen
5. Gebeurt het "monitoren" van de volkshuisvesting extern of intern
B. Voorstellen:
1. Wij stellen voor om in het voorontwerp van het bestemmingsplan "Sport en
Vrijetijdscentrum De Vijfsprong" een regeling op te nemen die naast de realisatie
van een visvijver ook de realisatie van een oefen-atletiekbaan en een schietbaan
mogelijk maakt.
2. Als gevolg van de veranderde en recente regelgeving voldoet de huidige regeling
van de verhoudingen met de woningstichting niet meer, en dient een aanpassing
afgestemd op de huidige regelgeving te worden aangebracht.
Ook de huidige verhouding met de gemeentelijke huurdersvereniging dient hierin
meegenomen te worden. Deze voldoet niet meer aan de huidige regelgeving.
3. Onderzoek naar privatisering van voorzieningen moet de hoogste prioriteit krijgen.
Mogelijk kunnen op die manier de totale welzijnsuitgave in de hand wórden
gehouden. De PvdA- fractie maakt zich grote zorgen over de te hoge kosten van
het welzijnsbeleid, immers voor nieuwe (soms noodzakelijke) initiatieven is geen
17
(het verwerken van reacties uit de inspraak zullen o.i. bij alle 3 de gemeentes parallel moeten
verlopen wil men de vaststelling zoals vermeld op blz. 44 v/d Nota van aanbieding 1996 begin 1996
halen)