- 6 - Het is niet mogelijk om in dit soort gevallen hogere leges te laten betalen. De heer ERMEN: Indien uw college aan kan geven op welke wijze en tegen welke kosten een stringenter beleid gevoerd kan worden waarbij een scherpere controle wordt uitgeoefend, dan zijn wij bereid om daarover te spreken in het kader van een kerntakendiscussie De heer THIJSSE: Wij hebben moeite met de gevolgde procedure. U had vooraf kunnen bedenken dat de aanschrijving tot afbraak bij de rechter geen stand zou houden. Waarom schrijft u dan toch de persoon aan om later, nadat hiertegen bezwaar is ingediend, het bouwwerk te legaliseren? Verder hebben wij uw reactie op het standpunt van de RVP niet vernomen. Wij nemen aan dat u dan ook de zienswijze deelt dat ondernemers meer rechten hebben. De heer MARIJNISSEN: De heer Brouwers heeft in deze raadsver gadering noch in de commissievergadering gezegd dat onderne mers in dezen meer rechten hebben. De heer Thijsse moet de woorden niet verdraaien. VOORZITTER: De RVP heeft slechts naar voren gebracht dat ondernemers in een iets andere positie verkeren dan mensen die in loondienst werken. Ondernemers hebben niet meer rech ten maar wel meer zorgen. Wij hebben geconstateerd dat de ondernemer in overtreding was en wij hebben een dwangsom opgelegd. Tevens hebben wij, geheel in overeenstemming met de wettelijke bepalingen, de ondernemer de kans gegeven tegen de aanschrijving te ageren. Van dat democratische recht is gebruik gemaakt en op basis van de aangedragen argumenten hebben wij een afweging gemaakt en zijn wij tot het voorliggende raadsvoorstel gekomen. Naast het intensiveren van het bouwcontrolebeleid kunnen wij nog diverse andere taken noemen die wellicht een verdere uitbouw behoeven. Tijdens de begrotingsbehandeling kunt u de priori teiten aangeven. De heer ERMEN: Wij zijn bereid een kerntakendiscussie aan te gaan. Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel met uitzondering van de heer Thijsse. 9. Voorbereidings- Voorstel tot het nemen van een voorbereidinesbesluit voor een besluit aantal percelen in de gemeente Rucohen. De heer ERMEN: Ik wil hier benadrukken dat het voorberei- dingsbesluit voor het perceel aan de Bremstraat 106 impli ceert dat medewerking wordt verleend aan vervangende woning bouw en aan het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten in de vorm van een smederijHet commissieverslag is in dezen niet geheel duidelijk. Verder ben ik van mening dat dergelijke verzoeken voortaan schriftelijk dienen te worden ingediend. De heer VISSENBERG betuigt nadrukkelijk zijn instemming met het nemen van voorbereidingsbesluiten voor het perceel aan de Kozijnenhoek, het perceel aan de Bremstraat en het perceel op de hoek Elzenstraat/Lindestraat

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1994 | | pagina 77