13. Voorbereidings procedure vorming gewest West-Brabant De heer ERMEN: Wij gaan geheel akkoord met het voorstel gezien de argumentatie van de voorzitter van de gewestraad en de voorzitter van het streekgewestWij blijven van mening dat de voorbereidingsprocedure voor 1 juli 1995 afgerond moet zijn. Wij zijn verder bezorgd om de relatie tussen de inte gratie van de gewesten en de functionele samenwerkingsverban den. De samenwerking van de functionele samenwerkingsverban den zoals het Werkvoorzieningsschap en de archiefdiensten dienen qua gebiedsindeling en tijdsplanning overeen te komen met de vorming van het gewest West-Brabant. De heer VAN MIERT: Wij zijn voorstander van het samenvoegen van beide gewesten. Wij gaan akkoord met uw voorstel. Het betreft hier echter alleen de voorbereidingsfase. Voor het vervolgtraject zal een nieuwe kostenopzet gemaakt moeten worden welke door ons opnieuw beoordeeld zal worden. Wij blijven vooralsnog voorstander van handhaving van het huidige takenpakket. Wel willen wij tussentijds geïnformeerd blijven over de voortgang van de voorbereidingscommissie. De voorbe reidingsprocedure zal op 1 juli 1995 afgerond moeten zijn. De heer MARIJNISSEN: Wij gaan akkoord met uw voorstel. Wij vinden het echter geen goede zaak dat dergelijke besluiten binnen het Streekgewest reeds genomen zijn zonder dat de gemeenteraden hieraan hun goedkeuring hebben verleend. De betreffende ambtenaar is reeds in functie voordat de gelden hiertoe zijn gevoteerd. Wij zijn van mening vinden dat u hierover in de gewestraadsvergadering moet spreken. De heer SPRENKELS: Wij gaan akkoord met het voorstel maar u dient te bepleiten dat men meteen na de eerste fase tot integratie van diensten zal overgaan. Daarna hoeft pas de basisregeling vastgesteld te worden. De gemeenten hebben dan meer vat op de uiteindelijke intensiteit en breedte van de over te dragen taken. Verder dient een duidelijke uitspraak gedaan te worden over afronding van de eerste fase. VOORZITTER: Wij zullen dit voorstel met een weergave van uw standpunt aan het Streekgewest zenden. Daaruit zal dan onder meer blijken dat onze gemeente voorstandster is van het afronden van de eerste fase vóór 1 juli 1995. Daarna zal de vervolgfase opnieuw bekeken moeten worden mede in het licht van de uitvoeringskosten. Het is mij bekend dat men zich bij het VOORZITTER: Ik kan daar geen pasklaar antwoord op geven. Ik zal de zaak verder bespreken in het college en de betrokken ambtenaren. Wij zullen bij de provincie aandringen op een snelle sanering van Vosdonk. Indien de sanering bespoedigd kan worden door het opstarten van de bestemmingsplanprocedu re, dan zullen wij dat niet nalaten. Wij zullen hierop in de commissie bestuurlijke zaken terugkomen. Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel. Nader voorstel inzake de voorbereidingsprocedure voor de vorming van het gewest West-Brabant. - 8 -

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1994 | | pagina 60