- 4 - De heer VISSENBERG: Wij gaan akkoord met het voorstel mede omdat nu het spreekrecht in de commissies is geregeld. Wij zijn volledig akkoord met de voorgestelde verdeling van de commissiezetels VOORZITTER: Een aantal afspraken die in dit voorstel zijn verwoord, zijn tot stand gekomen in overleg tussen de ver schillende raadsfracties. Deze afspraken heb ik te eerbiedi gen. Ik ben in ieder geval blij dat alle fracties in alle commissies zijn vertegenwoordigd. Wij kunnen derhalve kennis nemen van alle politieke standpunten. Het is verder logisch dat bij de zetelverdeling rekening wordt gehouden met de verkiezingsuitslag. Bovendien merk ik hierbij op dat op grond van de verkiezingsuitslag de grotere partijen nog sterker vertegenwoordigd zouden kunnen zijn dan nu in het voorstel staat aangegeven. Wij hebben het maximum aan commissieleden per fractie gesteld op drie. Ik acht het geen goede zaak dat de fracties zelf zouden kunnen uitmaken of een raadslid danwel een niet—raadslid in de commissie kan deelnemen. De raadsleden dienen immers ook een aantal commissies te bemannen. Een aantal jaren geleden zijn voor de raadsleden de presentiegelden afgeschaft en heeft men een vaste vergoeding ingevoerd. Deze vergoeding is onder meer ingevoerd om het voor het raadslid mogelijk te maken onbetaald verlof bij de werkgever te kunnen opnemen. Het zou dus merkwaardig zijn indien wij nu zouden besluiten dat de raadsleden uitsluitend nog de raadsvergadering bij hoeven te wonen en dat zij zelfs geen zitting meer in de commissies zouden hoeven nemen. Hierbij heb ik verder nog niet in overweging genomen of de niet-raadsleden de standpun ten van de politieke groeperingen naar voren zullen brengen of hun eigen persoonlijke standpunten. De binding van de commissieleden met de politieke partijen vinden wij zeer belangrijk. Verder dient de helft van de commissieleden uit raadsleden te bestaan. Wij stellen voor om met ingang van de nieuwe raadsperiode het spreekrecht bij de commissievergade ringen in te voeren. De ervaring bij het Streekgewest leert echter dat daar zeer weinig gebruik van wordt gemaakt. Het spreekrecht zal geen loos gebaar zijn als de commissieverga deringen 's middags plaatsvinden. Wij zitten namelijk niet te wachten op de zogenaamde "beroepsinsprekers". De werkelijk belanghebbenden zullen zeker gebruik maken van hun spreek recht en zij zullen bereid zijn om daartoe verlof op te nemen indien dat nodig mocht zijn. Overigens is in overleg met de fractievoorzitters besloten dat de huidige aanvangstijdstip- pen gehandhaafd blijven. In artikel 33 staat dat het college beslist in die gevallen waarin de verordening niet voorziet. Wanneer een raadslid langdurig ziek is, zouden wij op grond van het zojuist ge noemde artikel kunnen besluiten dat bij éénmansfracties een niet-raadslid het raadslid kan vervangen in de commissiever gadering. Vervanging zal niet mogelijk zijn als het raadslid slechts last heeft van een verkoudheid of griep. Overigens geldt hetzelfde probleem bij de raadsvergaderingen. In de raadsvergadering is het echter nooit mogelijk om het raadslid door een niet-raadslid te vervangen. De rondvraag zal blijven bestaan.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1994 | | pagina 36