- 12 - daar de laatste jaren weieens mijn twijfels over gehad wan neer gesproken werd over verkiezingen, natuur en milieu, ruimtelijke ordening en woningbouw. De start is echter hoop gevend. Voor het eerst in de historie van deze gemeente is op initiatief van de RVP een heus beleidsplan van het college tot stand gekomen. Ik zal de Rucphense politiek nauwgezet blijven volgen. Al neem ik vanavond min of meer gedwongen afscheid als raadslid, toch zal ik op de achtergrond blijven meedenken. Ik wil hierbij iedereen bedanken die het mij mogelijk heeft gemaakt als een klein radertje in het geheel samen met Ad Jansen en later met Corrie Sprenkels een steen(tje) te kunnen bijdragen aan het bestuur van onze gemeente. Dank aan onze commissiele den die ons de voorzetjes gaven zodat wij de zaken in de raadsvergadering konden afmaken. Dank ook aan de collega- raadsleden en het college die het ons soms moeilijk maakten. Hierdoor raakten wij soms wat gefrustreerd maar het resultaat was wel dat wij de zaken duidelijker omschreven en aankaart ten. Ik dank met name ook de ambtenaren die altijd voor ons klaarstonden en de zaken zo goed mogelijk probeerden uit te leggen. Soms ging het om lange gesprekken maar steeds met een wederzijdse waardering. Verder past hier ook een woord van dank voor het kantinepersoneelde dames aan de receptie, de gemeentebode en alle anderen die ervoor zorgden dat de stuk ken op tijd gereed waren en soms zelfs thuis werden afgege ven. Tot slot wil ik mijn echtgenote bedanken die zaken, ondanks haar drukke werkzaamheden, steeds wist te regelen als ik weer eens weg moest. Ik wens de nieuwe raad alle wijsheid toe. Ik zal het raadswerk missen. Dank u wel. Mevrouw VAN MEEL: Ik heb niet zo'n grote afscheidsrede omdat ik al zo vaak afscheid heb genomen. Op de eerste plaats wil ik mijn dank richten tot het college, de raadsleden en alle ambtenaren. Ik dank hen voor de voorlichting die ik heb gekregen. Iedereen was altijd zeer behulpzaam. Ik besprak de zaken altijd in mijn eigen woorden en men begreep mij dan ook. Dat vond ik altijd zeer plezierig. Ik heb veel van mijn collega's en de ambtenaren geleerd. Het raadswerk wordt steeds moeilijker. Ik ben altijd voor de ouderen opgekomen en dat zal ik blijven doen. Het ouderenbe leid is in grote lijnen goedgekeurd. Wij moeten het echter met de mensen doen die wij nu hebben omdat zich geen anderen voor bestuursfuncties beschikbaar stellen. Ik hoop dan ook dat de nieuwe raad ervoor zal zorgen dat het GOW mag blijven bestaan. Indien dat niet het geval zal zijn dan krijgen de ouderenbonden het nog moeilijk. Wij vinden het heel jammer dat wij geen enkele ambtenaar kunnen betrekken als vrijwilli ger voor de ouderenorganisatiesDat is een minpunt voor de toekomst van de ouderen. Het ouderenbeleid is dan wel goedge keurd maar wij moeten wel kunnen begrijpen wat er in de stukken staat. Dat is voor ons vaak moeilijk. Ik zou verder een bijzonder woord van dank willen uitbrengen aan het bestuur en de fractie van het CDA voor de leerzame en prettige samenwerking. Ik blijf lid van het CDA en wij zullen straks wel zien hoe de landelijke verkiezingen zullen verlo pen. Ik ben blij dat ik in 1982 lijsttrekker heb mogen zijn voor het CDA in Rucphen en dat onze lijst uitgroeide van drie

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1994 | | pagina 30