- 11 - Naast zijn politieke bezigheden was de heer Vroegrijk op vele terreinen in het maatschappelijke leven van Zegge actief. Hij was betrokken bij de organisatie van evenementen en maakte jarenlang deel uit van het bestuur van het plaatselijk soci aal-cultureel centrum. Maar zijn inzet gold vooral ook de plaatselijke harmonie St. Cecilia. Voor het 40-jarig lidmaat schap van deze vereniging werd hij in 1973 koninklijk onder scheiden met de eremedaille in goud behorende bij de Orde van Oranje Nassau. Tevens was hij dat jaar 20 jaar bestuurslid, waarvan de laatste tien jaar voorzitter. Hij bekleedde het voorzitterschap tot 1988, bij welk afscheid hij tot erelid werd benoemd. Op grond van de vele verdiensten voor Zegge en voor de ge meente als geheel, die de heer Vroegrijk kunnen worden toege rekend, in het bijzonder de voorbeeldige uitoefening van het raadslidmaatschap gedurende 37 jaar hebben wij hem voorgedra gen voor benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. De Koningin heeft deze voordracht gehonoreerd. (Hierna speldt de VOORZITTER de onderscheiding op en overhandigt hij de cadeaus De heer VAN DER MEIJS: Geachte aanwezigen. Aan het slot van mijn achtjarige raadsperiode wil ik als jongste raadslid dat afscheid neemt, nog graag wat zeggen. Gedurende de laatste acht jaar is er in mijn ogen heel wat veranderd. Veel van onze voorstellen zijn in de loop der tijd toch in praktijk gebracht. Niet alleen door onze inzet, maar vaak door de landelijke richtlijnen. Het is weieens vervelend te ontdekken maar wij vinden het niet zo belangrijk hoe iets gerealiseerd wordt, als het maar gerealiseerd wordt en op een eerlijke manier tot stand komt. Met een kleine groep mensen is daarom heel hard gewerkt om het raads- en commissiewerk zo goed mogelijk te vervullen. Niet alleen met mensen die gestudeerd hebben zoals onderwijzers, ambtenaren e.a. maar met gewone mensen die zaken willen bestuderen en vertaald willen zien naar de praktijk. Mensen die voor hun belangen opkomen. Rucphen ligt immers niet op een eiland maar maakt deel uit van groot dicht bevolkt gebied waar natuur, economie, veilig heid en wonen en werken zodanig moeten worden verdeeld, dat het gezond en goed leven is op deze aardbol en in onze ge meente waarvoor ons bestuur mede verantwoordelijk is. Dat is de reden waarom ik op de avond van de verkiezingen enigszins teleurgesteld en soms wat vervelend heb gereageerd. Het was echter wel gemeend. Niet alleen in Rucphen hebben plaatselij ke politieke partijen gewonnen. Zij hebben deels gewonnen door het al te eenvoudig aangeven van politieke oplossingen en deels doordat de landelijke politieke partijen er niet voldoende in slagen de inwoners uit te leggen waarom bepaalde zaken nodig zijn. De consequenties van bepaalde maatregelen zijn immers vaak niet op korte termijn merkbaar of hard te maken. De problematiek is steeds moeilijker te begrijpen en daarom steeds moeilijker over te brengen. Het is ook de taak van de plaatselijke partijen om zaken in een groter verband te benaderen. Ik hoop dan ook dat met een grote RVP in onze gemeente een breed beleid voor lange termijn wordt ingezet en deels wordt voortgezet waarvan onze inwoners op korte of lange termijn in gelijke mate van kunnen profiteren. Ik heb

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1994 | | pagina 29