- 4 - De heer SPRENKELS: Wij blijven vasthouden aan een vastgesteld beleidskader voor de langere termijn met een duidelijke prioriteitstelling. Het beleid voor de langere termijn is nodig om duidelijkheid te scheppen voor de instellingen en verenigingen ten aanzien van inzet en afname van personeel. Verder zou de subsidiëring op basis van ledenaantallen ook voor langere termijn vastgelegd moeten worden. Wij zijn tegen een loskoppeling tussen subsidie en afname van detacheringsplaatsen. De werkgelegenheid van wsw-personeel dient gewaarborgd te blijven. U dient te onderzoeken of huidige wsw-medewerkers bij de instellingen niet beter gede tacheerd kunnen worden bij de gemeente en dat de tewerkstel ling via de gemeente plaatsvindt. De financiële consequenties ingeval van verhoging van de tarieven zijn dan direct voor rekening van de gemeente De heer THIJSSE gaat geheel akkoord. Wethouder SCHIJVEN: Het voorgestelde beleid wijkt weinig af van dat van 1994. Het programma omvat duidelijk een beleid voor de langere termijn dat richting geeft en continuïteit biedt. Daarnaast worden jaarlijks prioriteiten gesteld. De verhoging van de wsw-gelden kan niet binnen de budgetten worden opgevangen. Vandaar dat wij voorstellen om het subsi die en de besteding aan detacheringsplaatsen sociale werk voorziening los te koppelen. Wij laten de instellingen vrij in hun keuze. Waarborging van de werkgelegenheid voor het wsw-personeel kan alleen als de budgetten voor de instel lingen worden verhoogd. De keuze voor of tegen de koppeling is derhalve aan de raad. Detachering via de gemeente brengt hierin ook geen verandering. In het programma staat inderdaad dat 50 procent van de agogi sche formatie ingezet moet worden voor het jeugd- en jonge renwerk. Wij worden immers al geruime tijd geconfronteerd met problemen onder de jongeren en wij dienen daar veel aandacht aan te besteden. Wanneer het project met betrekking tot de inzet van de jongerenwerker is afgelopen zal de aandacht moeten blijven. Vandaar dat wij nu reeds stellen dat de agogische formatie op termijn voor de helft aan deze doel groep besteed moet worden. Voorlopig gaan wij meer uit van een "streven naar". De subsidiegelden voor verenigingen en instellingen die gesubsidieerd worden op basis van ledenaantal liggen voor de langere termijn vast. Wanneer wij echter met bezuinigingen te maken krijgen dan zal het beleid wellicht moeten worden bijgesteld. De heer ANTONISSEN: Wij kiezen voor een blijvende werkgele genheid voor de sociale werkvoorziening. Dat beleid kunnen wij niet door instellingen laten uitvoeren als wij daar geen geld tegenover stellen. Wij zijn bereid daar extra gelden aan te besteden. Het beleidskader wordt gekoppeld aan het welzijnsprogramma dat jaarlijks ter discussie staat. Dit houdt derhalve in dat het beleidskader niet voor langere termijn vast ligt.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1994 | | pagina 297