- 3 - 8. Subsidie 50e her- Voorstel tot het subsidiëren van activiteiten in het kader denking bevrijding van de 50ste herdenking van de bevriiding in mei 1995 (6e wijziging 1995) De raad gaat akkoord met het voorstel. 9. Representativiteits- Representativiteitsverklaring Stichting Lokale Omroep verklaring LOR gemeente Rucphen De heer SPRENKELS: Het bestuur van de LOR heeft uw college verzocht om gezamenlijk actie te ondernemen teneinde zo snel mogelijk te komen tot een representatieve stichtingsraad. Men had dit verzoek beter kunnen richten aan de gemeentelijke verenigingen en instanties of de SKW's omdat verschillende SKW's over een verenigingsraad beschikken. Wethouder SCHIJVEN: Het gaat er om dat zoveel mogelijk cultu rele en maatschappelijke stromingen binnen de gemeente zijn vertegenwoordigd. Het bestuur van de lokale omroep heeft daartoe onze hulp ingeroepen. Wij wensen daaraan mee te werken. Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel. 10. Welzijnsprogramma Voorstel tot het vaststellen van het Welziinsprogramma De heer MARIJNISSEN gaat geheel akkoord met het voorstel. In het programma ziet men het beleid van de afgelopen jaren terug en wordt een richting aangegeven voor de komende jaren. Mede gezien het kleine aantal opmerkingen van de instellingen blijkt dat sprake is van een goed programma. De heer ANTONISSEN: Ik zou graag op drie aandachtspunten terug willen komen. Ten eerste dient het beleidskader welzijn richting en continuïteit te geven aan het beleid voor de komende periode. In het onderhavige voorstel wordt voorge steld om jaarlijks het beleidskader vast te stellen en even tueel te veranderen. Voor diverse situaties zou het beleid echter voor een langere termijn vast moeten staan. Het be treft hier de posities van de vrijwilligers, de basisfunctie van de SKW's, de vaststelling van de agogische formatie en de inzet daarvan en de positie van de kinderopvang. Wij verzoe ken u hierop in te spelen. Ten tweede kiezen wij voor de blijvende inzet van wsw-krach- ten. De gelden dienen dus geoormerkt te blijven en dienen niet vrij besteedbaar te worden. Wij wensen ook de verhoging van de lasten te aanvaarden. De extra kosten kunnen dan uiteraard niet binnen de budgetten van de betrokken stichtin gen opgevangen worden. Ten derde zijn wij van mening dat de harde eis om de agogi sche formatieplaatsen voor de helft voor het risico-jongeren werk in te zetten niet juist is. Wij zijn voorstander van een groeimodel De heer VAN MIERT: De harde eis ten aanzien van de invulling van de agogische formatie ten behoeve van het meer-risicojon- gerenwerk dient omgezet te worden in een "streven naar". De heer VISSENBERG sluit zich aan bij de woorden van de heer van Miert.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1994 | | pagina 296