- 9 - Niet uw schuld, maar voor de nieuwe raad zijn er wel zorgen, namelijk de teruglopende werkgelegenheid. Bij het afscheid van de gemeenteraad in 1986 was ik blij dat de werkloosheid teruggelopen was van 40% naar 20%. Het spook van de werkloos heid steekt echter de kop weer op. Thans zitten we op zo'n 12% werklozen. Dat is zorgelijk en beangstigend. Daar zal de nieuwe raad - onze instrumenten daarvoor zijn beperkt, ik besef het - wat voor moeten doen. Ik kan u verzekeren dat ik niet veel vergeten ben. Met de door u genomen besluiten is aan de gemeente Rucphen goed gedaan. Daar ben ik van overtuigd. Besluiten die met het beëindigen van deze zittingsperiode niet ophouden, maar nog lange tijd zullen doorwerken. Ik hoop dat u met tevredenheid op uw werk terug zult zien. In vele gemeenten in Nederland, zo constateerde de VNG, komen zeer veel nieuwe raadsleden. Veel ervaring verdwijnt en de nieuwkomers zullen nog veel moeten leren. Dat kan van invloed zijn op de kwaliteit van het gemeentebestuur, dit geldt echter niet voor Rucphen. Vandaag nemen slechts drie raadsle den afscheid, terwijl er slechts twee echte nieuwkomers zijn, want een oud—raadslid, de heer J. van Ginneken, keert terug. De vertrekkende raadsleden wil ik graag bedanken met een persoonlijk woord en enige cadeaus. Ik begin met de heer Van der Meijs. In 1986 aangetreden heeft hij acht jaar deel uitgemaakt van de raad. In de eerste periode begonnen als tweede man van de PvdA klom hij in 1990 op tot fraktiechef. Als lid van een kleine fraktie moet je hard werken om alles bij te houden en dat deed hij ook. Veel gebruik makend van de gelegenheid om in de kamer voor raadsleden stukken in te zien troffen wij de heer Van der Meijs op het gemeentehuis aan. Daarnaast was hij er vaak 's avonds of zelfs in de weekends. Hij zelf twijfelt wel eens - zo is mij onlangs in een persoonlijk gesprek gebleken - of al die inspanningen wel nut hebben gehad. Hij vindt dat er te weinig invloed is uitgeoefend door zijn fraktie op het beleid. Toch kan ik hem verzekeren dat zijn werk wel degelijk van belang is geweest. Vooral in de laatste vier jaar, naar mijn overtuiging, werd zijn fraktie en vooral hijzelf toen minder dogmatisch, werd naar zijn bijdragen in de commissie en raad goed geluisterd en had dat zeker gevol gen voor het te voeren beleid. Misschien wilde hij zelf wel meer, maar veranderingen in het beleid gaan slechts met kleine stapjes in heel Nederland. Zeker is dat wij zijn gedegen inbreng - ook al waren wij het niet altijd met hem eens - zullen missen. (Hierna overhandigt de VOORZITTER de cadeaus Zegge verliest in een klap 66 2/3% van zijn raadsleden nu mevrouw Van Meel en de heer Vroegrijk vertrekken. De kleine kernen kwamen altijd zeer goed aan hun trekken in Rucphen. Dat zal zeker ook zo blijven na hun vertrek. Mevrouw Van Meel, 16 jaar raadslid, namelijk van 1970-1974, 1978-1982, wethouder van 1982-1986 en raadslid van 1990-1994. In 1986 nam ik al eens afscheid van haar. Ik constateerde toen dat zij een opvallende verschijning was in Rucphen en in West- Brabant. Mevrouw Van Meel was het eerste vrouwelijke raadslid

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1994 | | pagina 27