Algemene beschouwingen gemeente Rucphen. Begroting 1995. Ten aanzien van de algemene bezuinigingsmaatregelen (pagina 6 punt G) willen wij het volgende graag naar voren brengen: 1. Wij delen Uw opvatting dat kortingen vanuit Rijk/Provincie in princi pe doorvertaald worden naar de desbetreffende sector. Daarbij gaan wij er echter vanuit dat het hierbij gaat om kortingen waaraan het Rijk/Provincie zelf bepaalde beleidsdoelstellingen heeft gekoppeld, m.a.w. waarbij onze gemeente eraan gehouden is deze doelstellingen' rechtstreeks door te vertalen. De CDA-fraktie bepleit bijzondere voorzichtigheid ten aanzien van de zinsnede "in bepaalde omstandighe den hunnen andere prioriteiten worden gesteld Dit mag ons inziens slechts bij hoge uitzondering gelden, waarbij altijd de besluitvor ming door de raad zelf dient te geschieden. Uitzonderingen kunnen immers heel snel leiden tot precedentwerking en dan is het eind van het toepassen van uitgangspunten snel zoek. Uit bovenstaande rijst bij ons ook de vraag hoe er gehandeld dient te worden bij algemene kortingen? Tot nu toe hebben wij de indruk dat bij deze kortingen de kaasschaafmethode nog steeds wordt toegepast en dat er nog geen sprake is van gerichte eigen beleidskeuzes. In die zin komt de CDA- fraktie weer terug op haar eerder pleidooi met betrekking tot het voeren van een kerntakendiscussie binnen onze raad. Graag willen wij van Uw college vernemen of U het met het bovengeschetste beleid eens bent. 2. Wij vragen ons af wat de werkelijke waarde is van het door Uw college gestelde onder uitgangspunt nr.4. Immers bij structurele tegenvallers moet de desbetreffende sector de klappen opvangen.Het is dan toch ook ogisch en redelijk dat op dezelfde wijze gehandeld wordt met betrek king tot de meevallers. Anders is het natuurlijk gesteld met algemene mee- of tegenvallers, die niet direkt naar een bepaald beleidsterrein te vertalen zijn. M.a.w. als het Rijk besluit meer geld te besteden aan de kinderopvangdan is het toch logisch dat dit geld ook via de gemeente rechtstreeks aan dit doel ten goede komt. Graag willen we weten of dit een juiste opvatting is of niet. Wilt U dit voor ons nog eens wat nader verduidelijken Aangaande de uitgangspunten m.b.t. de lasten voor 1995 willen we het volgende onder Uw aandacht brengen: 1. Wij zijn het volstrekt niet eens met Uw opvatting dat het noodzake lijk is om belastingen en tarieven aanzienlijk te verhogen om het investeringsvolume te kunnen verhogen. Het gaat hier per definitie niet om een dergelijk automatisme. Hier is nou juist ook aan de orde welke structurele bezuinigingen we kunnen verwezenlijken om dit volume te verhogen. Ook hier is een discussie van de gemeentelijke kerntaken dus opnieuw aan de orde. 2. Kunt U ons aangeven wat de werkelijke kosten voor onze gemeente zijn inzake het Jeugdwerkgarantieplan en de Banenpools? Worden deze kosten volledig vergoed door het Rijk of worden de financiële risico's voor de gemeente steeds groter? Ook willen wij nader worden geïnformeerd over de daadwerkelijke praktische resultaten van deze projecten voor deelnemers uit onze gemeente. 3. T.a.v. de kinderopvang willen wij vragen of de 26 kindplaatsen ook volledig worden benut. Bovendien willen wij graag van Uw college C.D.A. gemeente Rucphen. Fractiesecretariaat D.M.A. de Jong Buitenhof 8 4714 BT Sprundel. Pag. 3

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1994 | | pagina 113