- 6 - De heer VAN DER MEIJS: De heer Ermen had het niet beter kunnen verwoorden. Wij hebben de laatste maanden ontzettend veel geleerd van de feiten die in het verleden verkeerd zijn gegaan. Wij gaan dan ook akkoord met uw voorstel. VOORZITTER: In de Structuurschets Rucphen is het betreffende gebied op geen enkele wijze als woongebied bestempeld. Op 25 mei 1993 kwam uw raad unaniem tot de beslissing dat voor het gebied aan de Jan Vermeerstraat geen voorbereidingsbe- sluit genomen zou moeten worden. In het bezwaarschrift is eigenlijk maar één nieuw punt aan de orde: namelijk de even tuele gewekte verwachtingen die echter op geen enkele wijze hard gemaakt zijn. Volgens de criteria moet het vertrouwen gewekt zijn door een bestuursorgaan dat in dit kader bevoegd is. De ex-wethouder, die in dit verband wordt genoemd, heeft mij echter duidelijk vermeld dat hij nooit iets dergelijks heeft toegezegd. Verder zijn er ook geen verwachtingen gewekt door het college, noch door de raad. De overige argumenten in het bezwaarschrift waren ons bekend. Wij dienen dus het bezwaarschrift ongegrond te verklaren. Momenteel is er inder daad geen tekort aan bouwgrond. Het betreft eerder een tekort aan richtgetallen waar een groot gedeelte van de gemeenten in onze provincie mee te maken heeft. Gelet op het consistente beleid dat wij willen voeren en het feit dat geen echte nieuwe argumenten zijn aangedragen, willen wij uw raad voorstellen het bezwaarschrift ongegrond te verklaren. De heer VAN MIERT: Gezien de verhoudingen in de raad, heeft het geen zin om aan ons standpunt vast te houden. Wij hebben begrepen dat een nieuw bestemmingsplan voor de kom van Rucphen op komst is. Wij zullen dit in de gaten houden in relatie tot de kernrandgebieden. Wij gaan nu akkoord met uw voorstel. De heer VISSENBERG: Aangezien niet hard gemaakt kan worden dat in dezen toezeggingen zijn gedaan, gaan wij akkoord met uw voorstel. Wij zullen eventuele toekomstige voorstellen echter critisch blijven volgen. Verder wachten wij het nieuwe plan voor de kom van Rucphen af. Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel. 14. Van voorlichting Nota van voorlichtine naar communicatie naar communicatie De heer MARIJNISSEN: Het is een duidelijke notitie waarin heel goed wordt aangegeven op welke wijze wij ons als gemeen te naar buiten kunnen manifesteren. Wij missen echter de kabelkranten en de lokale omroep in deze nota. Ook deze media dienen in de lijst van communicatiemiddelen te worden meege nomen. De heer ERMEN: Graag willen wij u verwijzen naar de aanbeve lingen zoals wij die in de commissievergadering hebben geuit. Wij spreken hierbij nogmaals onze waardering uit voor de nota en wij verzoeken u de nevenwerkzaamheden van de betrokken voorlichter zo snel mogelijk af te stoten. Wij verzoeken u ook meer aandacht te vragen voor zaken vanuit het streekge- west en andere regionale ontwikkelingen. Wij doen nog geen uitspraak over mogelijke budgetten maar wij zullen daar bij de algemene beschouwingen op terug komen.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1993 | | pagina 77