- 5 - 13. Bezwaarschrift Beslissing op het bezwaarschrift van dhr. A.M.A. de Jong en tegen het niet van mevrouw E. van Diik p/a Rubensstraat 1 te Rucphen tegen nemen van een het besluit van de raad van 25 mei 1993 om geen voorberei- voorbereidings- dingsbesluit te nemen voor het perceel kadastraal bekend besluit gemeente Rucphen sectie C. nr. 3287 en dat gelegen is aan de Jan Vermeerstraat te Rucphen De heer VAN MIERT: Wij achten het bezwaarschrift van de heer de Jong gegrond en derhalve gaan wij vooralsnog niet akkoord met uw voorstel. De heer VISSENBERG: Ook wij zijn van mening dat de betrokken personen aan de Jan Vermeerstraat moeten kunnen bouwen. De heer MARIJNISSEN: Wij gaan wel akkoord met uw voorstel omdat wij het niet juist achten dat in dit individuele geval medewerking zou worden verleend. Wij zien echter wel een mogelijkheid om in dat betreffende gebied woningbouw plaats te laten vinden. De suggestie die wij in de commissievergade ring verwoordden is echter niet nieuw. In 1979 werd het betreffende gebied nog beschouwd als een reserve-uitbrei dingsgebied voor Rucphen. Bij de vaststelling van de Struc tuurschets Rucphen is de Jan Vermeerstraat als reserve-uit breidingsgebied weliswaar uit het beeld verdwenen maar wij zien geen planologische bezwaren om in dat gebied woningbouw mogelijk te maken. Wij vragen u dit te bezien. De heer ERMEN: In mei jl. hebben wij unaniem besloten om geen voorbereidingsbesluit te nemen voor dit gebied. Wij constate ren nu dat de standpunten van diverse fracties zijn veranderd terwijl aan de situatie niets is veranderd. Wij gaan akkoord met uw voorstel omdat er geen verwachtingen zijn gewekt. Verwachtingen kunnen ons inziens alleen maar gewekt worden door de gemeenteraad. De raad dient dan ook de criteria vast te stellen. Indien wij zouden besluiten om wel een voorberei dingsbesluit te nemen dan zouden wij verwachtingen wekken voor vele soortgelijke situaties. De structuurschets geeft heel duidelijk aan dat het betreffende gebied niet voor woningbouw in aanmerking komt. Wij constateren dat er geen tekort is aan bouwgrond maar aan woningbouwcontingentArti- kel-19-procedures dienen te worden gekoppeld aan toekomstige bestemmingsplannen en zijn niet bedoeld voor incidentele situaties. Wij hebben hierover afspraken gemaakt met de provincie. De WD gebruikte in de commissievergadering argu menten die in mei niet naar voren werden gebracht, hetgeen de geloofwaardigheid niet ten goede komt. Het standpunt van de Vrije Lijst valt ons tegen. Het bouwbeleid van de gemeente is enige tijd geleden volledig in diskrediet gebracht. De heer Vissenberg heeft op 15 september 1992 letterlijk gezegd: "Het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid c.q. ruimtelijke orde ningsbeleid kwam er op neer dat er geen beleid is gevoerd. Afhankelijk van de aanvragen werd een bouwaanvraag gehono reerd of gedoogd". De Vrije Lijst heeft toen ook het vertrou wen in het college opgezegd. Nu voert het college wel een duidelijk beleid en de Vrije Lijst gaat nu op de populaire toer en wil het bezwaarschrift gegrond verklaren. Het artikel in de Stem van 23 september jl. geeft een volstrekt heldere analyse van de problematiek en geeft aan hoe de gemeente dient te handelen.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1993 | | pagina 76