- 6 - Tot slot wil ik u onze zienswijze over de beleidskaders betreffende de particuliere bouwplannen niet onthouden. Ik blijf bij mijn voorstel om deze criteria door de raad te laten vaststellen. Het primaat dient in dezen bij de raad te liggen. De heer MARIJNISSEN: U bent op de hoogte van onze voorkeur voor een beperkte kavelgrootte. Wij constateren dat de getal len zoals die zijn opgenomen in de aanvullende notitie slechts "getallen" zijn maar dat de praktijk anders is. Verder is het streven altijd gericht geweest op doorstroming binnen de sociale huurwoningen. Dat is echter een utopie gebleken omdat de mensen bij het stijgen van hun inkomen niet naar duurdere huurwoningen verhuizen. De heer VISSENBERG: Ook wij gaan akkoord met deze nota. Wij zijn van mening dat de aangepaste HAT-woningen voor de oude ren bestemd moeten worden. Verkoop van bouwgrond aan ouderen zal weinig soelaas bieden omdat vele ouderen, die in het bezit zijn van een woning, hun eigen woning verkopen en vertrekken naar een bejaardenwoning. VOORZITTER: Ook de woningstichting is van mening dat er meer gedaan moet worden aan ouderenhuisvesting. Hierbij wordt rekening gehouden met een termijn tot het jaar 2000. Getallen zeggen niet alles en de realiteit is vaak anders. Volgens de provincie heeft 25 procent van de ouderen behoefte aan een aangepaste woning. Dit is echter geen absoluut getal en kan van gemeente tot gemeente verschillen. Wij hebben de nodige gegevens verzameld betreffende de huisvesting van ouderen en wij achten het percentage van 25 voor onze gemeente aan de hoge kant. Ik verwijs hierbij naar de mening van de woning stichting en naar de problemen die wij hadden om het steun punt in Rucphen op redelijke termijn volledig bezet te krij gen. Soortgelijke problemen doen zich nu voor bij de Vlegter te St. Willebrord. De mantelzorg is hier zeer hoog. Verder blijven de ouderen zo lang mogelijk zelfstandig. Het is hierbij arbitrair of men bij deze getallen uit moet gaan van 55+, 60+ of 65+. Wij zijn uitgegaan van ongeveer 25 procent en wij hebben becijferd dat er tot het jaar 2000 nog wel een aantal woningen moeten bijkomen. Dat heeft voor ons priori teit HAT-woningen zouden niet altijd geschikt zijn voor ouderen, bijvoorbeeld omdat het verdiepingenwoningen zijn. Ik wijs er echter wel op dat momenteel wel ouderen op verdiepingen wonen en dat daar niet altijd een lift aanwezig is. Voor het aan brengen van een lift bestaan in zeer beperkte mate subsidie mogelijkheden. Wij hebben ons daarvoor aangemeld. Gezien het feit dat de vraag naar subsidie in dit kader vele malen groter is dan het subsidie-aanbod, is de kans zeer klein dat wij hiervoor subsidie krijgen toegewezen. Overigens zijn de betreffende woningen verhuurd en zullen op korte termijn zeker niet allemaal vrijkomen voor de ouderen. Bij het vrij komen van een woning kan de woningstichting echter wel urgen tie geven aan de ouderenhuisvesting. Op termijn zullen wij zeker in de vrije sector aanvullende bouw moeten plegen voor

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1993 | | pagina 53