12. Volkshuisves- Voorstel tot vaststelling van een volkshuisvestingsnota voor tingsnota de gemeente Rucphen De heer VAN MIERT: Wij spreken onze waardering uit over het feit dat de problematiek van de ouderenhuisvesting op zo korte termijn is onderzocht. Wij willen er echter wel voor waken dat wij ons op papier niet "rijk rekenen". 1. Een aantal HAT-woningen is niet geschikt voor verbouwing tot ouderenwoning omdat deze op een verdieping liggen (o.a. Singelhof en Weberstraat). Deze woningen zijn thans allemaal verhuurd en niet alleen aan ouderen. Lang niet alle HAT-woningen zullen op termijn beschikbaar komen voor ouderen en bovendien staan ook andere groepen woningzoe kenden voor deze woningen ingeschreven. Het is daarom niet reëel om alle HAT-woningen mee te tellen als potentiële ouderenwoningen. 2. Het aanpassen van bestaande woningen voor gehandicapten is een goede zaak en verdient alle steun. Het gaat hierbij meestal om extra voorzieningen voor één gezinslid. Indien dat betreffende gezinslid echter de woning verlaat dan blijven de overblijvende bewoners daar vaak wonen en wordt zelfs vaak de voorziening verwijderd. Ook van deze maatre gel dienen dus geen wonderen voor de ouderenhuisvesting verwacht te worden. Wij dienen nu op een rij te zetten op welke punten wij het eens kunnen zijn: a. ouderenhuisvesting verdient, gezien de toenemende vergrij zing van de samenleving, alle prioriteit; b. op basis van de provinciale normen dienen wij in het jaar 2000 te streven naar 480 ouderenwoningen; c. wij dienen bereid te zijn om, zonodig, het gehele contin gent sociale woningbouw in te zetten voor ouderenhuisves ting; d. wij dienen de verwachting uit te spreken dat tevens aan vullende bouw in de vrije sector nodig zal zijn; e. de ouderenhuisvesting dient een belangrijk onderwerp van gesprek met de woningstichting te zijn; f. jaarlijks dient bezien te worden hoe ver we zijn en wat nog gedaan dient te worden; g. de wens dient uitgesproken te worden om ook in de koopsec tor experimenten op gang te krijgen. Wij geven u in overweging om jaarlijks in samenwerking met de commissie bestuurlijke zaken de stand van zaken op te maken waarbij de volgende zaken geïnventariseerd kunnen worden: 1. het aantal gerealiseerde bejaardenwoningen; 2. het aantal HAT-woningen dat daadwerkelijk aangepast is en ingezet is als ouderenwoning; 3. hoe groot het aantal ingeschreven ouderen is; 4. wat in de koopsector eventueel is gerealiseerd; 5. wat het verschil nog is met het streefgetal van 480 wonin gen-. 6. in welke mate woningen in de vrije sector gerealiseerd moeten worden voor de ouderen om het tekort te dekken.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1993 | | pagina 51