- 3 - De heer VAN DER MEIJS: Ik begrijp uit de woorden van de portefeuillehouder dat ook uw college van mening is dat de milieustraat op termijn verplaatst moet worden naar het industrieterrein. Wij dienen derhalve voorzichtig te zijn met investeringen voor tijdelijke voorzieningen. Wij zijn ons bewust van een zeker overgangsrecht voor het voetbalveld aan de Keytenburgstraat maar wij begeven ons op deze wijze wel op glad ijs en de vraag is dan ook waar de grens gelegd gaat worden. Is met het onderhavige voorstel de grens bereikt of krijgen wij straks misschien nog te maken met een tweede voetbalveld aldaar en een grotere camping? VOORZITTER: Op basis van het overgangsrecht geldt dat men niet verder mag afwijken van het bestemmingsplan. Volgens het overgangsrecht is een voetbalveld aldaar toegestaan. Wij kunnen daaraan een eenvoudige kleed- en kantinegelegenheid niet onthouden. Verdere uitbreiding zou strijd opleveren met het overgangsrecht. Wethouder VERPAALEN: Vooralsnog heeft het college gekozen voor de milieustraat aan de vuiloverslagplaatsVerplaatsing naar het industrieterrein blijft mogelijk maar dat betekent niet dat wij daar reeds voor hebben gekozen. Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel met uitzondering van de fractie van de PvdA ten aanzien van punt 5. 6a. MER A-58weg- Voorstel inzake de beoordeling van het milieu-effectrapport vakken Rucphen A-58. omlegging Etten-Leur. wegvakken gemeente Rucphen De heer VAN DER MEIJS: De periode waarin wij geacht worden te reageren is nogal kort maar gezien het feit dat reeds voor een bepaalde invulling is gekozen en dat de gegevens in deze rapportage niet verontrustend zijn, stemt de PvdA in met het voorstel. Wij pleiten ervoor dat uw college alles in het werk zal stellen om een fietsviaduct in plaats van een fietstunnel te doen realiseren tussen St. Willebrord-Noord en Etten-Leur in verband met het milieu en de veiligheid. In samenwerking met Etten-Leur en Rijkswaterstaat moet worden gezorgd voor de meest vriendelijke oplossingen voor het milieu zoals rekening houden met een zodanige aanleg van bermen en geluidswallen dat onderhoud ervan met een optimaal effect voor de ecologi sche waarden kan geschieden. De aanleg van de bermen dient zodanig te zijn dat belasting ervan door verontreinigde stoffen tot het uiterste wordt beperkt. Bij het totale pro ject dient bij alle onderdelen een duidelijke afweging ten voordele van het milieu in zo breed mogelijk verband plaats te vinden. De heer VISSENBERG: Ook wij gaan akkoord met dit voorstel. Wij vinden het een goed rapport temeer daar met de belangen van onze inwoners terdege wordt rekening gehouden. De gedu peerden van de omleiding zijn zoveel als mogelijk geholpen.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1993 | | pagina 36