- 6 - U deelt onze mening niet om in 1994 te starten met budgetfi nanciering voor het bibliotheekwerk. Wij vinden het teleur stellend dat 1993 voorbijgaat zonder dat uitwerking is gege ven aan de mogelijkheden van budgetfinanciering zoals aange geven in het welzijnsprogramma 1993. In uw argumenten wijst u op de noodzaak van maatwerk per instelling als het om budget financiering gaat. Wij delen in dezen niet uw mening dat eerst de algemene notitie behandeld dient te worden om tot genoemd maatwerk te komen. Het bibliotheekwerk is o.i. een voorbeeldproject waard ook nog in 1994. Wij hebben aangegeven dat wat ons betreft een totale verho ging van de sporttarieven met 10% aanvaardbaar is. Wij bedoe len hierbij het zweminstructiebad, de sporthal, de tennisba nen, de tafeltennisaccommodatiede ijsbaan en de midgetgolf- baan. Het argument hierbij is het meer toepassen van het profijtbeginsel. Voor ons is door de toenemende stijging van de exploitatietekorten het niveau bereikt waarbij het bedrag dat elke burger meebetaalt aan deze voorzieningen zonder er gebruik van te maken zijn plafond bereikt heeft. Het algemene uitgangspunt van bereikbaarheid voor elke burger wordt hier mee geen geweld aangedaan. Elke burger zal voor een deel met zijn beperkte middelen zelf een keuze maken of hij deze bij een bezoek aan de sportvoorzieningen uitgeeft. Die keuze moeten wij niet volledig voor hem maken. Er zal een evenwicht moeten zijn tussen datgene wat je aan de voordeur betaalt bij het gebruik van een voorziening en datgene wat je via de achterdeur al in subsidievorm hebt bijgedragen. In dit kader willen wij ook de eventuele realisatie van nieuwe voorzie ningen zoals de visvijver betrekken. Bij voortduring is door het C.D.A. aangegeven dat de aanleg hiervan budgettair neu traal moet verlopen. Tot nu toe hebben wij begrepen dat uw college dezelfde mening was toegedaan. In uw beantwoording over de realisatie van de visvijver interpreteren wij echter dat u voor deze realisatie financiële middelen wil vrijmaken. Budgettair neutraal wil voor ons zeggen dat dit geen nieuwe lasten voor de burger met zich mee zal brengen. Dit kan betekenen dat dit project op zich behandeld wordt en alle lasten worden toegerekend aan de gebruikers; het kan voor ons ook betekenen dat de voorziening binnen het totaal van de exploitatie van de Vijfsprong betrokken wordt en dat daarbij het tekort dat in 1993 becijferd is op 702.000,het referentiekader is. M.a.w. de visvijver, de wielerbaan, de atletiekbaan kunnen gerealiseerd worden als de burger van Rucphen niet meer betaalt aan de totale voorziening dan 32,50 per hoofd van de bevolking. Naar onze mening sluit deze stellingname aan bij het tweede uitgangspunt zoals geformuleerd op bladzijde 5 van de nota van aanbieding bij algemene bezuinigingsmaatregelen. Wij zijn benieuwd naar de deelname van jongeren aan de acti viteiten infotheek en de "woonkamerfunctie" en de stand van zaken m.b.t. de activiteiten in de overige kerkdorpen. Er is voor u geen aanleiding om te twijfelen aan de haalbaarheid van het overnemen van het meer-risico jongerenwerk door de skw's. Die twijfel hebben wij wel. Met name ook de signalen die uit het welzijnsprogramma 1994 spreken stemmen ons niet

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1993 | | pagina 209