- 6 - plannen. Wij pleiten voor meer duidelijkheid dan in de voor liggende algemene criteria is omschreven. De heer ERMEN: Wij zijn het niet eens met uw zienswijze. In de gemeentewet staan twee relevante artikelen. Artikel 209 regelt het dagelijks bestuur en artikel 212 maakt delegatie van bevoegdheden van de raad aan het college mogelijk. Het college bereidt voor en maakt voorstellen, de raad beslist. Wie bepaalt volgens welke criteria het college het beleid van de raad voorbereidt? Wie bepaalt het toetsingskader en het beleid op basis waarvan het college voorstellen kan doen aan de raad? Het betreft dan een wijze van beleidsvoorbereiding en -vaststelling waarlangs uw college zaken kan regelen. Wij betreuren het dat u deze zienswijze niet deelt. Het verbaast ons bovendien dat de collega-fracties hiermee geen moeite hebben. Onze meningen blijven haaks staan op elkaar terwijl er op zich geen problemen zijn dat uw college voorstellen voorbereidt. Dat inzicht wil ik neerleggen binnen de raad. Pas dan heeft het voor mij zin om inhoudelijk op deze nota in te gaan. De heer MARIJNISSEN: De hele zaak is ons volkomen duidelijk. Wij hebben uw college gevraagd de criteria inzake toetsing particuliere bouwplannen aan te geven. Welnu, dat is bij dezen geschied. Destijds is duidelijk besproken dat de vast legging op zodanige wijze diende plaats te hebben dat niet alle voorstellen daarin vervat zouden kunnen worden. De criteria dienden niet te gedetailleerd te zijn en ruimte laten aan eigen interpretatie. Wij stemmen volledig in met deze nota. De heer VAN MIERT: Wij gaan akkoord met deze nota. De ge vraagde criteria zijn duidelijk omschreven. De heer SPRENKELS: Hoe zou de RVP reageren als men het niet inhoudelijk eens zou zijn met deze nota. De heer MARIJNISSEN: Dan zouden wij tegen deze nota stemmen. VOORZITTER: De discussie lijkt mij wat academisch te worden. In artikel 162 van de gemeentewet staat dat burgemeester en wethouders belast zijn met de voorbereiding van alles waar over in de vergadering van de raad zal worden beraadslaagd en besloten. In het onderhavige geval geven wij aan hoe het college omgaat met de particuliere bouwplannen. Wij bereiden de voorstellen voor en de raad mag beslissen omtrent die voorstellen. Indien wij ons kunnen verenigen met wijzigingen in de voorstellen van uw zijde dan kunnen wij de voorstellen aanpassen. Zijn wij het echter met de gedane wijzigingsvoor stellen niet eens, dan houden wij vast aan ons voorstel. Uw raad kan dan besluiten om akkoord danwel niet akkoord te gaan met het voorstel. De richtgetallen nemen wij als uitgangspunt. Het is niet de bedoeling om die bij voortduring te overschrijden of te onderschrijdenHet gaat niet alleen om mensen die ingeschre ven zijn voor bouwgrond maar tevens om ingeschrevenen voor een huurwoning. Wij krijgen een budget voor sociale woning bouw. Wanneer wij dus van de richtgetallen het contingent aftrekken, dan houdt men de bouwmogelijkheden voor de parti culieren over. Mocht de discrepantie in enig jaar dusdanig groot zijn dat bijvoorbeeld 90 procent van de woningzoekenden particuliere bouwplannen heeft en slechts 10 procent een

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1993 | | pagina 16