- 6 - 23. Afschaffing baat- en Notitie inzake de afschaffing van baat- en bouwgrondbelas bouwgrondbelasting ting De heer MARIJNISSEN: Wij vinden het, ongeacht de wijze van berekening, onredelijk dat door de afschaffing van de baat- en bouwgrondbelasting 1% extra aan verhoging van de onroerendgoedbelasting wordt doorberekend naar degenen die baatbelasting moeten blijven betalen. Zij moeten dan ook meebetalen aan voorzieningen voor anderen. Maar hoe je het ook wendt of keert, er zal altijd een groep zijn die benadeeld wordt als gevolg van een bepaalde berekenings wijze bij de afschaffing van een heffing of belasting. Hetzelfde gold indertijd voor de afschaffing van de verma kelijkheidsbelasting. De heer VISSENBERG: Wij gaan akkoord met het voorstel. Wij betreuren het echter wel dat ook degenen die de baatbelas ting moeten blijven betalen of hebben afgekocht ook die 1% extra verhoging van de onroerend-goedbelasting moeten betalen. Het is m.i. mogelijk om deze verhoging van 1% voor de betrokkenen in mindering te brengen op het te betalen bedrag aan baatbelasting. Dit dient overigens ook verrekend te worden met degenen die een afkoopsom hebben betaald. Afschaffing van de onderhavige belastingen is overigens een goede zaak. De ontbrekende stukjes trottoir kunnen nu eindelijk eens worden aangelegd. De heer VAN DER MEIJS: Heeft het college de suggestie van de heer Vissenberg van tevoren reeds overwogen? Zo neen, waarom dan niet? De heer VAN MIERT: Wij stemmen volledig in met dit voor stel. Er wordt nu een grens getrokken en bij grenzen zijn er altijd grensgevallen. Dat is niet te vermijden.^ De extra verhoging van de onroerend-goedbelasting is maar een tijdelijke zaak. De kosten voor het vrijstellen van enkele mensen van deze extra verhoging zijn veel hoger dan de opbrengst. Het onderscheid dient dan ook achterwege te blijven De heer ERMEN: De extra verhoging van de onroerend-goed belasting met 1% betreft een relatief kleine verhoging in verhouding tot het totale bedrag. Wij zijn voorstander van vereenvoudiging van procedures. Wij dienen dan ook de afschaffing van de baat- en bouwgrondbelasting zo eenvou dig mogelijk te houden. Er dienen dan ook geen extra factoren, zoals voorgesteld door de Vrije Lijst, te worden ingebouwd. Wethouder KONINGS: Er wordt gesproken over de onredelijk heid van het betalen van 1% extra onroerend-goedbelasting door degenen die nu nog baatbelasting betalen. In de onderhavige kwestie is er geen oplossing te bedenken zonder dat er sprake is van enige mate van onredelijk heid. Degenen die nooit voorzieningen krijgen van deze aard moeten ook 1% extra onroerend-goedbelasting gaan betalen. Moeten wij deze groep dan ook gaan uitzonderen?

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1991 | | pagina 85