- 4 -
Wethouder SCHIJVEN: Deze lange lijst met vragen van de zijde van het
C.D.A. bevreemdt mij ook. Deze vragen horen grotendeels thuis m een
commissievergadering waar ook de ambtelijk deskundigen bij aanwezig
zijn. Het is mogelijk dat er geen of minder aanloopkosten geweest zouden
zijn als met de initiatiefgroep kinderopvang in zee zou zijn gegaan. De
initiatiefgroep is bereid om de kinderopvang op zich te nemen en de zaak
binnen het budget te proberen te regelen. Het blijft echter een
proberen.
Uit het aantal malen dat de kinderopvang ter sprake is geweest, kunt u
opmaken dat wij zeer serieus omgegaan zijn met de kinderopvang en e
huisvesting ervan. Vandaag heeft ons college besloten om een gedeelte
van het vooimalige L.H.N.0.-gebouw te bestemmen voor de kinderopvang.
Er bestaan diverse vormen van kinderopvang. Wij hebben gekozen voor een
kinderdagverblijf omdat dat het meest in de behoefte voorziet. In een
later stadium kunnen andere vormen van kinderopvang aan de orde komen.
Met de eerste initiatiefgroep kinderopvang ben ik tot de conclusie
eekomen dat de S.M.D. het best de kinderopvang zou kunnen realiseren
omdat het aansluit bij de gezinszorg en omdat de S.M.D. de nodige kennis
in huis heeft.
Een aparte nota kinderopvang is niet direct nodig. Het streven was erop
gericht om in 1991 te beginnen met de kinderopvang. Aan dit streven
hebben wij tegemoet kunnen komen. Per 1 december 1991 zal er sprake zijn
van kinderopvang in onze gemeente. Vooraf dienden er nog diverse zaken
geregeld te worden, zoals een behoeftenonderzoek. Hieruit bleek dat er
wel degelijk behoefte is aan kinderopvang. Vandaar dat wij nu voor
stellen om de aanloopkosten te subsidiëren. De beslissing omtrent de
aanloopkosten valt vandaag. Tot nu toe is alleen gestart met de werving
van een coördinator.
Er bestaat geen koppeling tussen het realiseren van de kinderopvang door
de S.M.D. en de huisvesting. Wij hebben altijd gesteld dat de kinder
opvang in het L.H.N.O.-gebouw zou dienen plaats te vinden. Als tweede
keus zou "Dreumesland" hebben kunnen dienen.
De heer ERMEN: In de commissievergadering gingen wij inderdaad akkoord
met het voorstel. De vergadering ging echter in een heel rap tempo en er
was sprake van ademnood. De commissievergadering en de verslaggeving
ervan heeft ons ertoe gebracht ons standpunt in de raadsvergadering
duidelijk naar voren te brengen.
Ook wij weten dat er in september een gesprek zal plaatsvinden tussen de
S.M.D. en de initiatiefgroep. Het is o.i. aan elk raadslid of iedere
raadsfractie om te bepalen hoe met "ellenlange" vragenlijsten wordt
omgegaan en of deze vragen in de commissievergadering danwel in de
raadsvergadering worden gesteld.
Wij zijn als eerste fractie ingegaan op de uitnodiging van de mitia
tiefgroep tot het voeren van een gesprek m.b.t. de kinderopvang.
Wij hadden gehoopt dat een gesprek van het college met de initiatief
groep zou leiden tot een besparing voor de gemeente in het budget van de
kinderopvang omdat de initiatiefgroep heeft aangegeven in beginsel de
aanloopactiviteiten te coördineren op basis van vrijwilligheid. Uitein
delijk zal dit natuurlijk resulteren in een andere organisatievorm. In
een eerdere commissievergadering is gesproken over een nota kinderopvang
waarin alle vormen aan de orde zouden kunnen komen. Destijds heeft de
wethouder terecht gezegd dat een dergelijke nota niet m april jl. aan
de raad voorgelegd kon worden maar dat er wel naar gestreefd zou worden
dit alsnog in een later stadium te doen. U bent van mening dat °?der
brenging van de kinderopvang bij de Stichting Maatschappelijke Dienst-