I I I 6 van de P.v.d.A. doet zich nog een aanvullende vraag voor. Op welke ondersteuning vanuit de gemeente kunnen initiatiefnemers rekenen of gaat u uit van de commerciële inventiviteit van degenen die kinderopvang in een bredere vorm inhoud willen geven? Verwacht u dat dit zonder financiële steun gemakkelijk te realiseren is? Ik nodig het college uit om hierin een advies te geven en ons voorstel, dat als initiatiefvoorstel was ingediend, toch als agendapunt te behandelen. Wethouder SCHIJVEN: Het L.H.N.O.-gebouw staat weliswaar een jaar leeg, maar het gaat natuurlijk om een aanmerkelijk bedrag wanneer er een bepaalde bestemming aan gegeven moet worden. Daarin willen wij toch zeer voorzichting handelen. Wij hebben danook een architectenbureau opdracht gegeven om een aantal berekeningen te maken van de alternatieven. Die berekeningen zijn inmiddels ontvangen. Het college zal in juni een standpunt bepalen m.b.t. de bestemming van het gebouw. Ook het college ziet het belang in van de kinderopvang. Wij zullen binnenkort met de Stichting M.A.D.I. overleg gaan plegen en deze stichting vragen om voor 1 juli a.s. haar standpunt te bepalen of zij al dan niet de exploitatie van de kinderopvang voor haar rekening wil nemen. Wanneer de Stichting M.A.D.I. zich onverhoopt terug zou trekken dan zullen wij zelf het initiatief nemen door instellingen te benaderen in de regio en eventueel ook de initiatiefgroep kinderopvang. Wij zullen voor 1 december 1991 met een voorstel komen om de kinderopvang binnen de gemeente Rucphen gestalte te geven. De heer VAN DER MEIJS: Ik ben blij dat er in juni een voorstel over de bestemming van het gebouw zal komen. Ik hoop dat we nu niet langer hoeven te wachten. Wij zijn er redelijk mee ingenomen dat de Stichting M.A.D.I. voor 1 juli a.s. moet reageren. Wel ontvangen wij graag de garantie dat de kinderopvang per 1 december 1991 zal starten. Wethouder SCHIJVEN: Het college zal in juni zijn standpunt m.b.t. de bestemming van het gebouw bepalen. In juli zal dit voorstel aan uw raad worden voorgelegd. In juli kan de zaak afgerond worden m.b.t. de bestemming van het gebouw. Wij zullen er in ieder geval naar streven dat per 1 december 1991 de kinderopvang in Rucphen van start zal kunnen gaan. Na 1 juli a.s. weten wij of de Stichting M.A.D.I. de kinderopvang zal gaan verzorgen of niet. De heer ERMEN: Wethouder Schijven geeft aan dat als de opdracht voor de kinderopvang teruggegeven wordt, wij ons sterk gaan maken om toch een en ander te realiseren. Dan gaan we op eigen initiatief op zoek naar instellingen in de regio of wij gaan de initiatiefgroep benaderen. Geeft uw college dan de voorkeur aan een professionele instelling uit de regio of heeft een particu liere instelling dan uw voorkeur? Dat zou een oproep kunnen betekenen vanuit het college en vanuit de raad om het particu lier initiatief in dit opzicht te stimuleren. De heer VAN DER MEIJS: U zegt dat het college in juli volledige duidelijkheid geeft over het gebruik van het gebouw. Waarom is dat niet reeds in juni mogelijk? Verder is mijn vraag over de financiële ondersteuning niet beantwoord.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1991 | | pagina 55