4
Wethouder SCHIJVEN: Ik ben van mening dat detailvragen in een
commissievergadering thuishoren. In de raadsvergadering dient
men zich bezig te houden met de grote lijn. Ik zal echter
proberen alle vragen te beantwoorden. Indien nodig zal er nog
in een later stadium uitsluitsel gegeven worden.
De Kaderwet Volwasseneneducatie is nog steeds in ontwerp.
Daarnaast is de R.E0-vorming ook nog niet afgerond. Het is
nu nog niet mogelijk om reeds een beleid voor de toekomst te
vormen waar men regionaal mee te maken heeft. De werkzaam
heden zullen echter al wel een aanvang nemen maar ik kan nog
geen termijn noemen waarbinnen een beleidskader gepresenteerd
kan worden.
De uitbreiding van het administratief personeel betreft geen
uitbreiding van personeel bij de F.V.E. als zodanig. In het
kader van een jeugdwerkgarantieplan wordt er een extra kracht
ingezet. Dit komt ten laste van de begroting basiseducatie.
De motivatie omtrent de huurverhogingen door het S.K.W. zal
gegeven moeten worden door het S.K.W. zelf.
De bestedingsvrijheid van het baanlozenwerk bedraagt 30% van
96.000,-- minus 20% organisatiekosten. 30% van 77.000,--
betekent een bestedingsvrijheid voor een bedrag van
23.000,--. De wijze van invulling is overgelaten aan de
Stichting Baanlozenwerk, in overleg met de gemeente. Het doel
blijft dat betreffende personen weer opgenomen kunnen worden
in het arbeidsproces. Door de invulling van de 96.000,-- op
deze manier is een compromis bereikt door enerzijds de stich
ting de nodige bestedingsvrijheid te geven en anderzijds de
nodige controle uit te oefenen. Zodoende kunnen de cursussen
gegeven blijven worden die de kansen op de arbeidsmarkt
vergroten.
Het verschil tussen het vanavond te voteren bedrag en het
bedrag op de gemeentebegroting voor de volwasseneneducatie
van 15.000,-- is op dit moment nog niet structureel. Indien
wij de volwasseneneducatie op hetzelfde niveau wensen te
handhaven dan zal er ook in 1992 een extra bedrag van
15.000,-- of meer nodig zijn. M.i. kunt u ervan uitgaan dat
het structureel zal worden. Er is nl. ook geen ruimte in de
post experimenten en incidentele activiteiten omdat dat
bedrag nodig is voor nieuwe ontwikkelingen.
Door het baanlozenwerk werd er een begroting van 178.000,--
gepresenteerd. Hierop hebben wij direct medegedeeld dat er
niet meer middelen dan de "artikel 36-gelden" aanwezig waren,
nl. 96.000,--. Dit was 102.000,-- maar het baanlozenwerk
moet nog een bedrag van 6000- - voldoen zodat er nog
96.000,-- overblijft. Na geruime tijd heeft het baanlozen
werk gereageerd met een programma van ongeveer 135.000,--.
Ook toen is erop gewezen dat er niet meer beschikbaar was dan
96.000,--. Omdat er daarna geen tijdige reactie volgde zijn
wij zelf tot invulling overgegaan. Hierop hebben wij de
nodige reacties ontvangen. Naar aanleiding van de opmerkingen
in de commissie welzijn zijn wij tot een compromis gekomen
dat 30% van het bedrag minus de organisatiekosten vrij
besteedbaar is.