mening een lapmiddel en geen structurele oplossing op de langere termijn. De bedoelde looncompensatie kan o.i. betaald worden uit de BTW-meevaller van f 92.000,Het verbaast ons dat over het zojuist genoemde bedrag met geen woord wordt gerept in deze voorjaarsnota. U stelt dat de andere sectoren al verschillende jaren inleveren op de post looncompensatie. Wij onderschrijven dat gegeven nietHoe verklaart u immers de forse kredietoverschrijdingen waarmee wij zo vaak middels tussenwijzigingen worden geconfronteerd. In de tussenwijziging van agendapunt 14 is te lezen dat er f 122.400,gehaald wordt uit de reserves van de kapitaaldienst 910.006 en 910.08.60 (reserves salariskosten volgens Ubink-normen) Kennelijk beschikken wij toch over voldoende middelen om financiële tegenvallers vanwege loonkosten op te kunnen vangen. Kan de looncompensatie 1992 voor de gesubsidieerde instellingen ook niet uit deze post worden betaald? Kunt u de omvang aangeven van de zojuist genoemde reserve? Wij vinden de uitspraak van de portefeuillehouder financiën m.b.t. de gevolgen voor de sociaal-culturele accommodaties en de Vijfsprong in het kader van de gevolgen van de tussenbalans erg voorbarig. Dat privatisering de sleutel zou zijn tot bezuinigingen, bestrijden wij. Er zijn voorbeelden te over, ook in de regio, dat privatisering zeer nadelig kan werken voor de gemeente en voor de minst draagkrachtigen in onze samenleving De heer VAN MIERT: Al vele jaren dringen wij aan op de hand having van een minimum-investeringsniveau van f 350.000,per jaar. Wij houden vast aan dit standpunt. De raad heeft hieraan ook zijn goedkeuring gegeven. Het vasthouden aan dit bedrag geeft de garantie voor een groot stuk werkgelegenheid. In de voorjaarsnota staat dat er in 1993 nog slechts f 100.000, rest aan dekkingsmiddelen voor nieuwe investeringen. De WD is danook van mening dat wij nu de verkeerde weg inslaan. In het meerjarenprogramma is een vast bedrag gereserveerd voor ver vangingsinvesteringen. Hiervoor kan de bekende "kaasschaaf" niet gebruikt worden. Door te reserveren voor toekomstige vervangingsinvesteringen kan de investeringsnota een veel dui delijker beeld gaan geven. Door akkoord te gaan met het voor gestelde investeringsniveau dienen wij rekening te houden met een grotere vertraging bij de diverse dorpsvernieuwingsactivi teiten hetgeen niet in onze visie past. De reconstructie van de dorpskernen en de te nemen maatregelen op het gebied van de volksgezondheid moeten volgens planning blijven verlopen zoals dat is vastgesteld in het indicatief meerjarenprogramma stads en dorpsvernieuwing 1990-1995. Ook de genoemde investeringen na 1995 moeten doorgang kunnen vinden. Graag horen wij het standpunt van de andere fracties in dezen. Als we verpaupering van onze dorpen willen tegengaan en als we in het kader van de volksgezondheid een goed rioleringsstelsel willen hebben en tevens veilige wegen dan kunnen wij niet anders dan extra offers van onze inwoners te verlangen. Wij streven naar vijf leefbare kernen waar het goed wonen, werken en recreëren is. Verhoging van leges en belastingen is dan noodzakelijk. Tot op heden is Rucphen een gemeente met een lage belastingdruk. Een kleine verhoging moet mogelijk zijn.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1991 | | pagina 41