de gebieden waarbinnen de gedupeerden zouden kunnen terug- bouwen. Hiertoe is zelfs een beleidsnota inzake cluster- en lintbebouwing aan de provincie voorgelegd. Het provinciale bestuur is ecbter zeer terughoudend bij bet verlenen van medewerking in dezen. Hierdoor komt er van het door deze raad voorgestane beleid niets terecht. Dat vinden wij niet accep tabel. Wij stellen daarom voor om in het kader van de bezwarenprocedure van het ontwerp-streekplan dit ongenoegen duidelijk kenbaar te maken. Verder dient het provinciebestuur gewezen te worden op de consequenties met betrekking tot het door de gemeenteraad vast te stellen bestemmingsplan voor het Rucphense deel van de omleiding. Vandaar dat wij hiertoe een amendement op het raadsvoorstel indienen. VOORZITTER: Door de heren Van Miert, Kools en Van Oers is een amendement ingediend dat luidt als volgt: "Aan het slot van genoemd voorstel (pagina 4) wordt de volgende zinsnede toege voegd: Indien het provinciaal bestuur geen of onvoldoende medewerking verleent aan het totstandkomen van herbouwmoge- lijkheden voor gedupeerden, moet er rekening mee worden gehouden, dat de raad zich op zijn beurt ernstig zal beraden omtrent het al dan niet verlenen van medewerking, wanneer de vaststelling van het bestemmingsplan voor het op Rucphens grondgebied gelegen deel van de omleiding aan de orde is." Het amendement is voldoende ondersteund en maakt derhalve deel uit van de beraadslagingen. De heer ERMENWij steunen het amendement. De heer VISSENBERG: Ook wij steunen het amendement. De heer VAN DER MEIJS: Wij steunen het amendement niet. O.i. kan in overleg met het provinciebestuur het meest bereikt worden. Wij hebben veel vertrouwen in het verantwoordelijk heidsgevoel van de provincie. In de commissie bestuurlijke zaken hebben wij u een aanvul ling op het voorliggende bezwaarschrift voorgesteld. Wij vinden het jammer dat daarop niet is ingegaan. Wij zullen dit echter via andere kanalen alsnog proberen. De heer BROUWERS: Wij steunen het amendement wel. Wij kunnen al een stap verder gaan door verdere medewerking aan het te realiseren bestemmingsplan te weigeren indien het provincie bestuur niet van gedachten verandert. Volgens mij is er echter weinig hoop dat de provincie van gedachten verandert. VOORZITTER: Wij zijn bereid het amendement over te nemen maar wij gaan niet zo ver dat wij reeds nu willen stellen dat wij het bestemmingsplan niet zullen wijzigen. Wij zullen het standpunt van de gemeenteraad, dat overigens al bekend is, nogmaals kenbaar maken bij de provincie. Wij dienen hierbij aan te geven dat wij ons nog nadrukkelijk zullen beraden over de medewerking aan voornoemd bestemmingsplan. Hierbij zal tevens in overweging moeten worden genomen dat de oostelijke ontsluitingsweg voordelen biedt voor onze gemeente. Een groot gedeelte van het verkeer dat nu nog via de Dorpsstraat en de St.Janstraat gaat zal van deze nieuwe weg gebruik gaan maken. De voor- en nadelen zullen goed afgewogen moeten worden. Hopelijk zal het provinciebestuur in redelijkheid akkoord gaan met alternatieve bouwmogelijkheden voor de gedupeerden. Er dienen dus oplossingen gezocht te worden in overleg met de provincie. Dat signaal klinkt door in het amendement.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1991 | | pagina 291