Een ander verwijt is dat de P.v.d.A. structureel beleid zou willen
voeren met éénmalige middelen. Inderdaad, dat willen wij. Maar dat
wil ook uw college. Vier jaar geleden stelden wij voor het eerst
voor om gebruik te maken van de zogenaamde onderuitputting van de
begroting en dat dan vooral op het gebied van vacatures en een
stelpost te hoog opgenomen kapitaalslastenInmiddels heeft uw
college deze twee punten in de gemeentebegroting opgenomen voor
respectievelijk f 80.000,— en f 150.000,—. Ofwel structureel
gebruik van éénmalige middelen tot een bedrag van thans
f 230.000, Het hangt dus af van de mate waarin men dat doet.
Voor 1988 bedroeg de post te hoog opgenomen kapitaallasten in
werkelijkheid f 285.000,- i.p.v. f 100.000,— zoals was begroot.
Voor 1989 bedroegen deze posten respectievelijk f 246.700,en
f 100.000, In de meerjarenraming is deze post inmiddels verhoogd
tot f 150.000, Indien de raad ons voorstel overneemt om het
personeel van de buitendienst structureel uit te breiden met één
persoon dan verhogen wij in wezen de genoemde raming tot
f 200.000, hetgeen nog aan de voorzichtige kant is. Wij dienen
dan wel het investeringsniveau op f 350.000,— te handhaven.
Op grond van het bovenstaande vragen wij uw raad zich ernstig te
beraden over ons concept-amendement dat wij gisteravond aan de
fractievoorzitters en het college van b. en w. ter hand hebben
gesteld
Tot slot nog dit: in de commissie hebben wij eigenlijk eens zo veel
voorgesteld als vanavond. Wij hebben daarbij gemeend de gulden
middenweg te moeten bewandelen. Immers wie het onderste uit de kan
wil, krijgt het deksel op de neus.
De heer VISSENBERG: Wij zouden het voorstel van de P.v.d.A. graag
ondersteunen, maar een gulden kan nu eenmaal maar éénmaal worden
uitgegeven. Door de meevaller kunnen de investeringen in 1991
f 350.000,— bedragen en kunnen de belastingen voor de komende
jaren gematigd worden. Wanneer in de loop van het jaar sprake is
van nieuwe meevallers, zijn wij van mening dat er serieus nagedacht
moet worden over de plannen van de P.v.d.A. Ook wij zijn immers
voorstander van het milieubehoud en het behoud van landschaps
elementen. De financiën ontbreken echter omdat de eenmaal gestarte
dorpsvernieuwing niet kan worden stopgezet.
De heer MARIJNISSEN: Tijdens de vergadering van de commissie
financiën hebben wij reeds aangegeven akkoord te gaan met het voor
stel. Wel hebben wij gevraagd waarom er nooit extra werd afgeschre
ven binnen de sector sport en welzijn. Hierop werd geantwoord dat
het in deze gevallen investeringen betrof waar tarieven tegenover
stonden en dat daarop nooit extra werd afgeschreven. Op zich kunnen
wij daarmee instemmen, al is er in vroegere jaren wel op dergelijke
investeringen vervroegd afgeschreven.
Met betrekking tot het betoog van de heer Jansen moet worden opge
merkt dat een ieder het eens is, ook de P.v.d.A., om van de mee
valler f 500.000, te reserveren voor de dorpsvernieuwing. Het
gaat m feite dus om de overige f 200.000, Het college heeft ten
aanzien van de besteding daarvan een aantal keuzes gemaakt die onze
instemming hebben. De P.v.d.A. kiest voor een andere besteding. De
berekeningen die de heer Jansen heeft gemaakt omtrent de groeiende
afvalberg zullen op zich wel juist zijn, maar het is niet zo dat
niemand wil meewerken aan een goed milieubeleid. Het tegendeel valt
te bewijzen doordat de raad eind 1989 de nota Toekomstvisie afval-