-12-
aangedaan. De raad is alleen gerechtigd om het college in
overweging te geven te streven naar een andere oplossing. Zou
ons dat in overweging worden gegeven, dan is ons antwoord daarop
hetgeen ik zojuist heb gezegd.
Verder geven beide fracties als hun mening te kennen dat ons
college een eigen beleid dient te voeren en zijn handelwijze
niet dient te laten afhangen van provinciale standpunten. Juist
in de zaak Oomen hebben wij steeds uitdrukkelijk ons eigen
standpunt ingenomen door de intentie uit te spreken en
uiteindelijk daartoe te besluiten om aan het verzoek van de
heer Oomen medewerking te verlenen terwijl de provincie een heel
andere mening is toegedaan. Wij hebben het aangedurfd om ons
eigen beleid ondanks tegenstand van de provincie door te zetten
omdat wij nog steeds in gemoede van mening zijn dat de heer
Oomen recht heeft op een bestemmingsplanwijziging. In dit
verband wil ik nog eens verwijzen naar het antwoord op de
schriftelijke vragen van de heer C. van de Ven lid van
Provinciale Staten, welke antwoorden zijn verschenen in het
Provinciaal Blad nr. 80/1990. Daarin geven gedeputeerde staten
uitdrukkelijk aan dat de gemeente bij het ruimtelijk beleid een
primaire verantwoordelijkheid heeft.
Daarbij onderstrepen gedeputeerde staten overigens dat de
beleidsruimte voor de provincie bij de beoordeling van een
wijzigingsbevoegdheid, zoals hier in het geding, in het algemeen
geringer is dan bij een bestemmingsplan herziening.
De heer VISSENBERG: Wij betreuren het dat in dit geval
informatie voor direct betrokkenen is achtergehouden. De
fracties van de P.v.d.A en de Vrije Lijst stellen u voor deze
zaak te bespreken in de commissie bestuurlijke zaken en de raad.
Dan zullen wij eventueel hiertoe initiatieven indienen.
VOORZITTER: Ik ben geen boodschappenjongen van de provincie. Het
was aan de provincie om die brieven aan de inwoners te
versturen. Ik ben niet geroepen om die brieven door te geven. Ik
acht het niet noodzakelijk om deze zaak nog nader te bespreken
in de commissie bestuurlijke zaken.
Aangezien de heer Vissenberg stemming wenst over zijn voorstel
gaat de raad over tot stemming bij handopsteken.
Het voorstel tot bespreking van deze problematiek in de
commissie bestuurlijke zaken en in de raad wordt slechts
ondersteund door de leden van de fracties van de P.v.d.A. en de
Vrije Lijst en is daarmede verworpen.
De heer VAN DER MEIJS: Tijdens het weekeinde vernamen wij dat
papierhandel Marijnissen kosten gaat berekenen voor de
verenigingen die papier ophalen. Dat was in het verleden niet
het geval. Bent u van deze handelwijze op de hoogte? Denkt u dat
verenigingen nu zullen afhaken? Bent u bereid aanvullend beleid
te ontwikkelen en hoe zal dit beleid gestalte krijgen mede
gezien het feit dat sommige verenigingen door een veranderd
subsidiesysteem de opbrengsten van het oud papier hard nodig
hebben?