-10- b. het college geeft verdere medewerking tot realisering van een bouw- en sloopafvalbedrij f aan de Martensstraat te Sprundel en ziet af van de lokatie te Schijf; c. het college acht nu beide lokaties ongeschikt en biedt de heer Oomen alle medewerking tot realisering van een lokatie op een bedrijventerrein in de directe omgeving; d. het college heeft een ander standpunt. Wij zijn van mening dat u dient te kiezen voor variant c. vanwege het feit dat de lokaties te Sprundel en Schijf ongeschikt zijn voor een dergelijk bedrijf. Het is onverantwoord zo'n bedrijf toe te staan indien men rekening houdt met natuur, milieu en omwonenden. Wij, evenals de provincie, verwachten van uw college dat u een actief eigen beleid voert inzake planologische veranderingen. Hierbij dient gelet te worden op de nadelen ten aanzien van natuur, milieu en omwonenden. Het college dient het beleid in dezen niet steeds te laten afhangen van de provinciale s tandpunten VOORZITTER: Voor de lokatie "de Lange Schouw" geldt op basis van het in 1982 door de raad vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied de bestemming "steenfabriek". Deze bestemming legde het gebruik vast dat al sinds jaar en dag van het perceel werd gemaakt. De raad ging echter verder en nam in artikel 39 van de planvoorschriften een wijzigingsmogelijkheid op waartoe het college zou kunnen besluiten na daartoe advies te hebben ingewonnen van de inspectie milieuhygiëne en de Rijksconsulent voor economische zaken. In oktober 1989 werd door de heer A. Oomen het verzoek ingediend om van deze wijzigingsmogelijkheid gebruik te maken. Na contact daarover met diverse ambtenaren van de provincie die zich allen positief omtrent het verzoek uitlieten, werd besloten de wijzigingsprocedure in te zetten. De Inspectie voor de Milieuhygiëne bleek echter negatief omtrent het verzoek te adviseren en ook de Provincie bleek inmiddels de mening toegedaan dat geen medewerking zou moeten worden verleend aan de bedrijfsvestiging. Om de vestiging van het bedrijf van de heer Oomen te Schijf mogelijk te maken, dient een tweetal procedures te worden gevoerd, namelijk op de eerste plaats de procedure op grond van het bestemmingsplan Buitengebied, die ik hiervoor heb uiteengezet en de procedure ter verkrijging van een vergunning op basis van de AfvalstoffenwetDe stem van de provincie hierin is zeer belangrijk. De wijziging van het bestemmingsplan dient door gedeputeerde staten te worden goedgekeurd terwijl dit college bij uitsluiting het bevoegd gezag is om tot verlening van een vergunning op basis van de Afvalstoffenwet over te gaan. Nadat zowel bestuurlijk als ambtelijk met de Provincie over deze aangelegenheid was overlegd, werd mij, in mijn hoedanigheid van burgemeester, het standpunt van gedeputeerde staten medegedeeld.In deze brief maakte de provincie duidelijk geen medewerking te willen verlenen aan de bedrijfsvestiging van Oomen door zowel geen goedkeuring te verlenen aan een bestemmingsplanwijziging als door geen vergunning te verlenen op grond van de Afvalstoffenwet.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1990 | | pagina 83