-7-
twijfel gegund. Het zou wellicht mogelijk zijn om dit voorstel
terug te nemen om de zaak nader te bestuderen. Een en ander
hangt natuurlijk samen met uw overtuiging omtrent de zin van het
nemen van een voorbereidingsbesluit in dit geval.
De heer BROUWERS: Het is een jammerlijke zaak dat de familie De
Vries al akkoord is gegaan met de verkoop van haar perceel aan
Rijkswaterstaat. Vooral diegenen die de verkooponderhandelingen
nog moeten voeren, zou ik willen adviseren bij verkoop herbouw
in het buitengebied te bedingen. De betreffende personen zouden
dit bij Rijkswaterstaat gezamenlijk dienen aan te kaarten.
De heer VAN MIERT: Wij blijven van mening dat het in dit
betreffende geval opvulling van een cluster betreft en dat
bebouwing wel degelijk tot de mogelijkheden behoort. Wij
verzoeken u uw voorstel nog even terug te nemen om het alsnog te
bespreken met de provincie en Rijkswaterstaat. Ik verwacht
namelijk niet dat het artikel 19-procedures zal gaan regenen.
De heer VAN DER MEIJS: Er gebeurt nu toch waar wij voor
vreesden. Na de onderhandelingen met de provincie waren er wat
openingen geschapen om terug te bouwen in een tweetal gebieden.
Individuele gevallen zouden binnen de wettelijke kaders bekeken
worden. Dit werd in de commissievergadering naar voren gebracht
en door de raadsfracties onderschreven. Nu blijkt dat een
individu op de een of andere manier weer even geholpen moet
worden. Zo vervallen wij in de oude truc het gevormde beleid in
een individueel geval te omzeilen.
VOORZITTER: Ik sluit mij volledig aan bij het betoog van de heer
Van der Meijs. Alle fracties hebben hun instemming uitgesproken
met de beleidsnota inzake terugbouw i.v.m. de omleiding van de
A-58 in de commissie bestuurlijke zaken. Het is onjuist daar nu
op terug te komen. Ik ben van mening dat meeste gedupeerden van
de omleiding op een soortgelijke lokatie willen terugbouwen. De
mogelijkheid bestaat dan dat er meerdere individuele verzoeken
zullen komen tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ergens
in het buitengebied.
Ook Rijkswaterstaat heeft niet de bevoegdheid het terugbouwen in
het buitengebied goed te keuren. Dit blijft een bevoegdheid van
de provincie. Wanneer men weigert hun perceel te verkopen, zal
er een onteigeningsprocedure volgen waarna men bij verlies op
zeer korte termijn de woning zal moeten verlaten. Nu hebben de
mensen voldoende tijd om te zoeken naar een andere aanvaardbare
woning
Ik zie weinig heil in het terugnemen van dit voorstel om het
alsnog aan de provincie voor te leggen. Wel ben ik van mening
dat wij de problematiek in zijn geheel bij de provincie moeten
voorleggen. Wij moeten dan niet verwachten dat de provincie
ontzettend soepel zal worden ten aanzien van het in individuele
gevallen bouwen buiten de bebouwde kom. Ik denk dan eventueel
eerder aan een extra cluster. Maar ook dit is slechts een
gedachte
De heer ERMEN: Wij zijn er zeker niet voor om alle individuele
aanvragen te honoreren. Er dient een zorgvuldige afweging plaats
te vinden omdat het mensen betreft die niet om de omleiding over
hun grond gevraagd hebben. De totaliteit van deze problematiek
dient daarom nog een keer nader bestudeerd te worden. Wij zijn